18-11-2020
Bron: Clubblad – Jaargang 40 – 2020 – Nummer 3
Door: Pieter Peeters
Leeftijd: 34
Bijnaam: Hemmie, de naam van mijn vader. Volgens mij was het tijdens een toernooi in Nieuw-Buinen met de B1 dat we besloten elkaar allemaal met de naam van onze vaders aan te spreken. Die van mij is sindsdien blijven hangen.
Speler van: Grol Zaterdag 3
Positie: Laatste man of rechtermiddenvelder
Voetballende kwaliteit: Dat mogen anderen over mij zeggen.
Voetballende verbeterpunt: Ik heb niet echt een 1 op 1 passeeractie.
Hobby’s: Mijn grootste hobby’s op het moment zijn voetbal, een goed boek/biografie lezen, documentaires (vooral Tweede Wereldoorlog) kijken en spelletjes spelen als Carcassonne en Kolonisten van Catan.
Vriendengroep: Adriaan Aagten, Niels Rouwmaat, Niels Geurink, Ramon Oolthuis, Ruben Stapelbroek en Sander Wolterink. Een mooie bonte mix die een goede discussie niet uit de weg gaat, althans een gedeelte…haha!
Gezinssituatie: “Ik kom uit een best wel voetbalgekke familie. Mijn vader is jarenlang in de voetballerij actief geweest en hij heeft mij en mijn broer Ramon hierdoor ook voetbalgek gemaakt. Toen hij trainer was, gingen we elke zondag mee naar de wedstrijden. Voetbal speelde dus een erg grote rol. En nog steeds, want ondanks dat mijn vader zelf niet meer actief is in de voetballerij, kunnen wij nog best wel eens wat discussiëren over voetbal. Het zijn alleen soms wel meer drie verschillende monologen dan echte discussies…haha! Of mijn moeder dit allemaal wel aan kan, zoveel voetbalpraat? Soms vraag ik me dat ook wel eens af…”
Het thuisfront: “Ik woon in Groenlo samen met mijn vrouw Francine, de liefde van mijn leven! Inmiddels is er een tweede liefde van mijn leven bijgekomen met de geboorte van dochter Ella, die inmiddels alweer 5 maanden oud is. Mijn vrouw Francine en ik verdelen alles wel redelijk goed onderling. Althans dat vind ik zelf…haha! Het is wel zo dat Francine zich meer bezighoudt met koken en ik juist meer met het opruimen en schoonhouden van alles. Ik ben niet bepaald een chef-kok in de keuken, maar een goede boerenkool met spekjes en rookworst kun je wel aan mij overlaten. Francine is echt goed in de keuken en daar ben ik bijzonder blij mee! De pastasalade van haar is nog steeds mijn favoriet.”
Voetbalcarrière: “Ik heb de gehele jeugd doorlopen, maar van de jaren t/m de D-jeugd weet ik nog maar weinig. Ik kwam in de C2 onder leiding van Rob van Meurs en Ben Hoijtink. Wat mij hiervan nog erg bijstaat, is het plezier dat wij hadden. Rob en Ben zorgden samen voor een ontzettend mooie teamsfeer waarin plezier voorop stond. En het mooie was dat we ook begonnen te presteren op het veld, waaronder ikzelf. We werden dan ook kampioen. Zo af en toe kom ik nog wel eens iemand van dat team tegen en dan hebben we altijd nog over dat geweldige kampioensseizoen.”
“De mooiste tijd en de jaren dat ik het meest heb geleerd, zijn toch wel de seizoenen in de A1, waarin het eerste seizoen onder Dennis Seesing er wel uitspringt. In het begin als eerstejaars moest ik erg aan hem wennen. Wij keken wel een beetje tegen hem op met zijn uitstraling. Ik kann me nog goed herinneren dat je het liefst de ballen niet wilde oppompen voor de training. Voor aanvang van de training begon Dennis dan een paar ballen te trappen op goal en als er dan ook maar eentje mis ging, dan was het direct met groot misgebaar: ‘Wie heeft die ballen opgepompt? Er zit toch geen gevoel in die knikker?!’ Je durfde niet te zeggen dat juist jíj die ballen had opgepompt…”
“Op de één of andere manier is er dat 1ste jaar een ontzettend mooie, hechte groep ontstaan, die echt voor elkaar door het vuur wilde gaan. We werden door een heel goede tweede seizoenshelft 2e in de competitie en pakten ook nog een periode. De eerste nacompetitie wonnen we uiteindelijk van Longa A1 en gingen door naar de tweede ronde. Wat een feest hadden we toen in de kantine! Eén van de tegenstanders in de volgende nacompetitiewedstrijden was al bekend: Omhoog. Nou en dat heeft iedereen ook geweten in de kantine… Er werd luidkeels gezongen: ‘Omhoog gaat omlaag, Omhoog gaat omlaag!’ Dat gebeurde uiteindelijk helaas niet…haha!”
Waarom voetbal je nog steeds? “Ik vind niets leuker dan lekker fanatiek een balletje te trappen om daarna samen in de kantine gezellig wat na te praten.”
Beste speler? “Sander Nijhoff is de beste speler met wie ik ooit samen heb gespeeld. In dat geweldige eerste jaar in de A1 stond hij in de spits en maakte hij ontzettend veel doelpunten (ook nog bij Grol 1 datzelfde jaar trouwens). Zo was er eens een training waarbij ik als mandekker op Sander stond. Hij scoorde echt vanuit alle hoeken en standen en ik kon hem maar niet afstoppen. Mijn vriend Adriaan zei op een gegeven moment : ‘Pak hem toch eens een keer aan, die Sander.’ Ik zei direct: ‘Het lukt me gewoon niet, hij is te goed!’ Ik voelde me gewoon machteloos. Ik vond het ook niet zo gek dat hij het seizoen erop bij De Graafschap speelde.”
De fusie: “Dat de fusie er uiteindelijk van is gekomen, vind ik fantastisch. Echt een dikke pluim voor het doorzettingsvermogen van beide voorzitters. Ik heb persoonlijk de hele discussie rondom kleuren, logo, naamgeving etcetera van de club nooit zo begrepen. Alsof dat iets zegt over een club? Nee, de mensen vormen een club en niet welk kleur shirt je aan hebt!”
Clubs/spelers: “Ajax en FC Twente. Waarom ik fan van Ajax ben is eigenlijk heel simpel. Rond 1994 begon ik voetbal erg leuk te vinden en ja van welke club word je dan fan? Ajax won toen alles wat er te winnen viel, dus dat is niet zo moeilijk als 8-jarige een club te kiezen…”
“FC Twente is mijn tweede club, als je dat zo mag noemen. Mijn vader en broer zijn altijd al fanatieke fans van FC Twente en dan krijg je dat ook mee. En FC Twente is natuurlijk ook een geweldig mooie club!
Jari Litmanen is nog steeds mijn all-time favoriete speler. Met zijn positieve uitstraling en persoonlijkheid in combinatie met zijn voetballende kwaliteiten was hij echt een speler om van te houden!”
Met wie zou je graag over voetbal willen praten? “Johan Cruijff. Hoe hij naar voetbal keek, dat was vaak zo anders en op een ander level. Gewoonweg fascinerend! Toen hij overleed in 2016 heeft me dat echt geraakt. Hij voelde altijd zo onaantastbaar en voor de eeuwigheid en toen ineens was hij overleden. Heel raar, het was alsof er een soort van besef bij mij kwam dat alles eindig is.”
En buiten het voetbal, wie zou je willen ontmoeten? “Nando Parrado, één van de 16 overlevenden van de Andes-vliegtuigramp in 1972, waarbij ze 72 dagen in de Andes moesten overleven in bizarre omstandigheden. Na het zien van de film dacht ik: daar moet een boek van zijn. En dat was er. Het boek vond ik fascinerend, bizar en ongelooflijk mooi geschreven. Ik zou graag met hem over zijn verhaal in persoon willen spreken.”
Voetbalreizen: “De stadions die ik heb gezien zijn die van Everton, Liverpool, Borussia Dortmund, Schalke 04, Hertha BSC, FC Barcelona en Real Madrid. Het stadion van Hertha BSC heeft bij mij veruit het meeste indruk gemaakt. Misschien komt het door mijn grote interesse in de Tweede Wereldoorlog, maar in dat stadion voel je één en al historie. Als je al aan komt lopen zie je de Olympische Ringen en lijkt het stadion wel één groot Colosseum. Als je dan door de catacomben heen loopt, heb je ook echt het gevoel of je zo naar een gladiatorgevecht gaat.”
“Ook de wedstrijd van Barcelona met de vrienden zal ik ook niet snel meer vergeten. Niet omdat ik Messi niet heb zien spelen, hij was toen geblesseerd (wat een balen was dat), maar vooral omdat mijn broer op het geniale idee kwam om gewoon eens bij die ‘harde kern’ te gaan staan, direct achter de goal. Daar zaten wij toch al vlak naast. Voor we het wisten stonden we mee te springen en te zingen in half Spaans. We hebben zelfs nog even met zo’n gigantische vlag lopen zwaaien. Het stadion van Boca Juniors, La Bombanera, lijkt me nog geweldig om een keer te bezoeken. De sfeer en grimmigheid daar lijkt me ongekend.”