Vrijwilliger uit functie gezet

22-12-2016

Op 19 december 2016 is een vrijwilliger en ondersteunend lid van de s.v. Grol veroordeeld in een strafrechtelijke zedenzaak. De veroordeling was gebaseerd op het plegen van ontucht met een minderjarig meisje. De uitgesproken straf was een gevangenisstraf van 120 dagen waarvan 118 dagen voorwaardelijk. Daarnaast een werkstraf van 240 uur, het meewerken aan een zedenbehandeling en het betalen van een schadevergoeding van € 2.000,- aan het slachtoffer. De bewezen feiten speelden zich af in de periode 1 juli 2010 tot en met 5 april 2011 in Groenlo.

De vrijwilliger is jeugdleider bij een jeugdteam (jongens). Het hoofdbestuur heeft zich in de avond van 19 december 2016 beraden over deze veroordeling. Het hoofdbestuur beroept zich op artikel 7.4.c. van de Statuten van de s.v. Grol. “De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren”.

Bij de s.v. Grol zijn minderjarige, vrouwelijke leden actief. Door de week en in het weekend.  De vereniging acht het niet verantwoord de mogelijkheid te laten bestaan dat zij bij de vereniging worden geconfronteerd met een vrijwilliger die wegens het plegen van ontucht met een minderjarige is veroordeeld. 

Het hoofdbestuur heeft op grond van de Statuten in artikel 7.4.c.  besloten:

- Het lidmaatschap van per 19 december 2016 op te zeggen.

- Zijn inzet als vrijwilliger bij de vereniging per 19 december 2016 te beëindigen.

- Hem alleen als toeschouwer op het sportpark Den Elshof toe te laten.

- Zijn eventuele her-aanmelding als lid en vrijwilliger pas in behandeling te nemen als de zedenbehandeling is afgerond, maar nooit eerder dan 1 januari 2018.

- Bij de eventuele her-aanmelding als vrijwilliger te beoordelen per functie of die functie passend en verantwoord is gelet op de reden van de voorafgaande ontzetting uit het lidmaatschap.

Betrokkene is in een persoonlijk gesprek op de hoogte gesteld van deze maatregel.