12-06-2018
De gezamenlijke werkgroep Grol-Grolse Boys is nog bezig met haar opdracht. Daarin wordt onderzocht of een verdergaande samenwerking of zelfs fusie tussen beide verenigingen haalbaar is. Deze werkgroep zit nog in de verkennende fase. De bedoeling is dat zij begin juli verslag uitbrengt aan beide besturen.
In de afgelopen weken is een tweede proces op gang gekomen. Om te kijken of combinatieteams van beide verenigingen in het komend seizoen al nodig en nuttig zijn. Beide verenigingen komen namelijk in bepaalde leeftijdsklassen bij de jeugd spelers tekort om een extra team te vormen (Grol) of helemaal geen team kunnen vormen (Grolse Boys). Waardoor jonge spelers ophouden met voetballen. Eén combinatieteam in een bepaalde leeftijdsklasse is dan een prima oplossing. Dat is eerder gebeurd tussen beide verenigingen. Bij de vrouwen is er een vergelijkbare samenwerking met Vios B.
Bij de senioren op zaterdag doet zich intussen hetzelfde probleem voor. Grol had afgelopen seizoen één zaterdagteam en Grolse Boys had twee zaterdagteams. Voor het komend seizoen is vooral bij Grolse Boys de bezetting krap. Vandaar dat er gekeken wordt of door combinaties er drie volwaardige teams gevormd kunnen worden. Waarbij die spelers over en weer lid blijven van hun eigen vereniging. Dat zou uniek zijn en de KNVB heeft er voorlopig toestemming voor gegeven. Want de KNVB wil eerst zien of zo’n constructie werkelijk leidt tot drie elftallen waaronder één zaterdagteam in de 4e klas standaard op zaterdag.
Over die samenwerking tussen Grol en Grolse Boys zijn berichten verschenen in de media. Ze zouden de indruk kunnen wekken dat de fusie in principe al een feit is. Dat is niet juist want deze processen van samenwerking bij de jeugd en de senioren zaterdag staan los van het onderzoek naar een mogelijke fusie. De gezamenlijke werkgroep gaat over dat onderzoek. De samenwerkingsvormen zullen een fusie natuurlijk niet in de weg staan. Maar omgekeerd is het niet zo dat de samenwerking automatisch leidt tot een fusie. Want de voorstellen uit de gezamenlijke werkgroep moeten eerst bestuurlijk besproken worden en uiteindelijk aan de leden worden voorgelegd. Naar verwachting zal dat in het tweede halfjaar (na de zomerstop) gebeuren.
Voorzitter s.v. Grol
Hans Scheinck