17-06-2022
Bron: Groenlose Gids
Tekst en foto’s: PR Grol
Het sportpark Den Elshof in Groenlo, beter bekend als het voetbaldomein van de Grol, is verrijkt met de ‘Porskamp Passage’. Het betreft hier de naamgeving aan de toegangsweg vanaf het voorliggende parkeerterrein aan de Oude Winterswijkseweg richting de voetbalvelden en dergelijke. Het professionele naambord, uitgevoerd in de clubkleuren blauw-wit van ‘de Grol’, werd onthuld door voormalig Grolvoorzitter Theo Huijskes. Het hiermee tot uiting gebrachte, geheel terechte eerbetoon betreft voormalig Grollid Tonny Porskamp, die op 14 oktober 2020 op 85-jarige leeftijd kwam te overlijden. Naast zelf actief gevoetbald te hebben, heeft Porskamp zich decennia achtereen ingezet als vrijwilliger van de S.V. Grol. Dit laatste met name als bestuurslid en dat van 1958 tot 2002 gedurende een periode van maar liefst 44 jaar. De eerste 4 jaar als algemeen bestuurslid, vervolgens 24 jaar als secretaris om daarna nog eens 16 jaar de functie van penningmeester te behartigen.
Tonnie Porskamp, die van 1954 tot 2020 en derhalve 66 jaar Grollid is geweest, is voor al zijn verdiensten veelvuldig onderscheiden. Naast een Koninklijke Onderscheiding moet daarbij gedacht worden aan het Erelidmaatschap van de club, de zilveren en gouden KNVB-speld, het zijn van Verenigingsman van het seizoen 2001-2002 bij S.V. Grol en het in 2003 toebedeeld krijgen van de vrijwilligersonderscheiding van destijds de gemeente Groenlo.
Voormalig Grolvoorzitter Theo Huijskes, die een periode van 35 jaar bestuurslid waarvan 25 jaar als voorzitter achter zijn naam heeft staan, was zeer vereerd dat hij het bijzondere naambord mocht onthullen. “Vergeet niet dat ik al op 16-jarige leeftijd bij Tonny thuis over de vloer kwam en in een later stadium 27 jaar achtereen met hem heb mogen samenwerken binnen het Grolbestuur. Samen veel meegemaakt en dat niet alleen plezierige, maar ook tal van minder plezierige, tevens droevige aangelegenheden. Een Grolman in hart en nieren en een rasechte Bourgondiër van het zuiverste soort, die dit eerbetoon ten volle verdient!”