De toekomst van Veld 3 en Veld 4

20-11-2024

Medio 2026 definitief besluit

Door: Ivo Tenten
Bron: Clubblad 2024-3

Ook dit seizoen is het al weer raak. Wedstrijden die moesten worden afgelast en trainingen die moesten worden verplaatst of afgelast, omdat er niet gespeeld kon worden op de velden 3 en 4. De velden 3 en 4 vormen qua belastbaarheid en kwaliteit al jaren een probleem voor Grol. Tijdens de Algemene Leden Vergadering van 7 oktober heeft de “Projectgroep Velden 3 en 4” haar bevindingen gepresenteerd, waarmee Grol hopelijk eindelijk de weg in kan slaan naar een duurzame oplossing.

Een projectgroep bestaande uit Dave Keunekamp en Dennis Papen (beiden lid van de SEAG), Tonnie Theissen (Lid onderhoudsvrijwilligers, ook wel bekend als de Woensdaggroep), Barry Janssen (spelend lid senioren), Bas Nieuwhoff (leider senioren), Tom Hoffman (penningmeester Grol) en voorzitter Stan Raben heeft onderzocht wat de mogelijkheden zijn om de situatie te verbeteren, waarbij allerlei opties de revue zijn gepasseerd.

Wat is het probleem?

Met name van november tot en met maart, maar soms dus ook al in september, zijn de velden 3 en 4 in (zeer) slechte staat, waardoor er geen technisch verzorgd voetbal op kan worden gespeeld, niet tijdens wedstrijden en niet tijdens trainingen. Teams spelen daarom liever niet op deze velden. En soms is de situatie dermate slecht (bijv. door veel regenval) dat er helemaal geen wedstrijden en / of trainingen op kunnen plaatsvinden. Door ongelijkheid binnen de vereniging tussen teams ten opzichte van elkaar in relatie tot het wel of niet ingedeeld worden op een goed veld, zijn het ook nog eens vaak dezelfde teams die de gevolgen ondervinden van de slechte velden. Daarnaast vraagt het onderhoud juist vanwege de slechte kwaliteit erg veel inzet van onze vrijwilligers.

Oorzaken van het probleem?

De achtergrond van de problemen is heel divers. Omdat veld 4 geen verlichting heeft, kan dit veld bijvoorbeeld een groot deel van het jaar niet gebruikt worden voor trainingen. Hierdoor is de belasting over veld 3 en veld 4 slecht verdeeld. Veld 3 is er op het oog dan ook het slechter aan toe dan veld 4, maar dat is niet het gehele verhaal. Op veld 4 zitten door het beperkte gebruik juist veel grassoorten die je er bij voorkeur niet wil hebben, terwijl op veld 3 juist wel gras met een goed wortelstelsel de overhand heeft (veldbeemdgras), doordat het regelmatig gebruikt wordt. Tevens hebben de velden last van konijnen, mollen en woelratten die holen graven waardoor kuilen en gaten ontstaan in de velden. Om onbekende redenen zitten de dieren liever op en rondom veld 3 dan op en rondom veld 4, waardoor de problemen van veld 3 nog weer groter worden. Ook het feit dat de velden meer dan vroeger last hebben van droogte is een heel serieus probleem. De velden 3 en 4, ook wel bekend als ‘de velden bovenop’, de naam zegt het al, liggen hoger en zijn daardoor sneller verdroogd. Beregening kan niet altijd plaatsvinden vanwege het verbod om oppervlakte water te gebruiken en omdat er geen mogelijkheid is om een puls te slaan. Kortom, een flinke variëteit aan issues die er voor zorgen dat de velden jaar in jaar uit weer een probleem veroorzaken binnen de vereniging.

Aandachtspunten bij de zoektocht naar een oplossing

Bij het zoeken naar oplossingen door de projectgroep spelen allerlei aandachtspunten een rol:

- De verwachting is dat het aantal spelende leden de komende 20 jaar ongeveer gelijk blijft.
- Uit een enquête is gebleken dat het gros van de spelende leden liever op kunstgras speelt.
- De gebruiksintensiteit van kunstgras is groter dan van natuurgras.
- Wat zijn de aandachtspunten ten aanzien van duurzaamheid bij de keuze tussen natuurgras en kunstgras?
- Wat zijn de kosten per alternatief (aanleg, afschrijving en onderhoud)?
- Wat zijn de benodigde onderhoudsinspanningen van onze vrijwilligers voor kunstgras in verhouding tot natuurgras?
- De KNVB heeft geen actief beleid dat onderscheid maakt tussen kunstgras en natuurgras.

Met al deze aandachtspunten in het achterhoofd is een heel pallet aan mogelijke oplossingsrichtingen de revue gepasseerd, die effectief uitmonden in een vergelijking tussen het behoud van 2 natuurgrasvelden en het aanleggen van een nieuw kunstgrasveld.

Het behoud van 2 natuurgrasvelden

Voor het behoud van 2 natuurgrasvelden zou het ontzettend helpen als er continue sproeimogelijkheden gecreëerd kunnen worden. Dit lijkt echter onhaalbaar. Het aanleggen van een waterbuffer wordt als niet zinvol gezien, omdat juist wanneer het water nodig is, de buffer (tenzij gigantisch van omvang) ook snel leeg zal zijn, en leeg zal blijven. Daarbij behoort een puls slaan, zoals eerder gemeld, niet tot de mogelijkheden. Daarnaast is nagedacht over het permanent verjagen van alle dieren. Dit wordt echter niet als realistische oplossing beschouwd. De wilde dieren zullen dus altijd een issue blijven. Uit adviezen van experts blijkt dat er voor de natuurgrasvelden kwaliteitswinst te behalen is door de juiste grassoorten toe te passen, intensiever en vaker onderhoud te plegen, maar ook door de velden juist vaker te belasten. Om voor voldoende belasting te zorgen, zou dit kunnen betekenen, dat op termijn veld 3 en vooral veld 4 meer gebruikt moeten worden, waardoor wellicht ook trainingen of wedstrijden van het kunstgras naar natuurgras verplaatst zouden moeten worden. Door veld 4 ook te voorzien van verlichting, zou de trainingsbelasting van veld 4 nog verder kunnen worden verhoogd. Het probleem met veld 3 is juist, dat de voorste helft en de achterste helft onevenredig belast worden bij trainingen, maar hierop zou te sturen moeten zijn. Kortom, goed onderhoud, een grotere belasting van de velden en betere verdeling van de belasting zou de kwaliteit van beide velden moeten verbeteren.

Ook het aanleggen van nieuwe natuurgrasvelden is onderzocht, maar dat zou een erg korte termijnoplossing zijn, zo blijkt uit het onderzoek. Uit het advies van grasexperts blijkt dat de groeiomstandigheden goed zijn, en dus ook de huidige velden verbeterd zouden moeten kunnen worden, door intensiever onderhoud en intensiever gebruik. De aanleg van nieuwe velden zou daarvoor niet nodig zijn.

Eén natuurgrasveld vervangen door kunstgras

Qua aantal benodigde gebruiksuren is het aanleggen van 2 extra kunstgrasvelden niet zinvol. Eén kunstgrasveld zou volgens de projectgroep moeten volstaan om veel van de hierboven beschreven problemen op te lossen. Geen wilde dieren die het veld aantasten, geen problemen met droogte, minder onderhoudsinspanningen, en trainingsomstandigheden die voor alle teams binnen Grol hetzelfde zijn.

Conclusies

Op basis van deze evaluatie blijkt dat voor Grol het vervangen van 1 van de 2 natuurgrasvelden op lange termijn structureel het beste resultaat geeft. Hiermee wordt namelijk voldaan aan de volgenden wensen, c.q. worden de volgende problemen voorkomen:

- Droogte vormt geen probleem voor kunstgras.
- Wilde dieren leiden niet tot overlast bij een kunstgrasveld.
- Het afgelasten van trainingen en wedstrijden lijkt verleden tijd door een extra kunstgrasveld.
- De ongelijkheid tussen teams wordt opgeheven. Iedereen kan trainen op kunstgras, de ondergrond waar de meeste spelende leden het liefst op spelen.
- Kunstgras vergt beduidend minder onderhoud.

Het grootste nadeel van een extra kunstgrasveld ten opzichte van de huidige natuurgrasvelden laat zich raden: de kosten. De kosten van een nieuw kunstgrasveld (afschrijvingskosten en rentekosten) zijn behoorlijk. Hier staat tegenover dat de onderhoudskosten na vervanging van een natuurgrasveld door een kunstgrasveld een stuk lager zullen liggen. Per saldo zullen echter de kosten bij het vervangen van een natuurgrasveld door een kunstgrasveld behoorlijk toenemen.

Aanbevelingen van de projectgroep

Op basis van de bevindingen en conclusies beveelt de projectgroep aan de eerstkomende 2 seizoenen (24/25 en 25/26) vaker en intensiever onderhoud te plegen aan de natuurgrasvelden en deze optimaal te belasten om vervolgens aan het eind van elk seizoen te evalueren hoe de velden er aan toe zijn en te vragen wat de opinie is van de leden die veelvuldig gebruik maken van de natuurgrasvelden. In parallel wil men de kunstgras optie verder onderzoeken en in detail uitwerken, waarbij gedacht moet worden aan het ontwerp en aan de materiaalkeuze van het gras en de infill, de investeringsbegroting, financieringsmogelijkheden (o.a. subsidies, sponsoring, acties, leningen, eigen inbreng, etc.) en het uitwerken van een meerjarenbegroting (in samenhang met de andere kunstgrasvelden) die getoetst zal moeten worden op financiële haalbaarheid.

Medio 2026 zou dan een definitief besluit moeten worden genomen over het wel of niet aanleggen va een extra kunstgrasveld.