03-06-2013
“Ik word vandaag zo klone, zo klone, zo klone…”
Natuurlijk, er is de Vestingstaddag deze zondag in Groenlo, maar opvallend is vooral de grote schare fietsers die het centrum links laten liggen en massaal richting Sportpark Den Elshof fietsen. In de binnenstad is het genieten van oude historie, op Den Elshof kan deze middag live historie geschreven worden. Geen re-anactors die helden uitbeelden, maar echte helden. Zo’n 1500 toeschouwers willen live getuige zijn van een historische middag, en een waar huzarenstukje meemaken; promotie van Grol 1 naar de 1e klasse. Nog nooit eerder kwam Grol uit op dit podium. Het moest en zou goed gaan, er was immers een riante voorsprong op de opponent SDOUC.
Van het eerste fluitsignaal af heerst er een opvallend stukje rust op het sportpark. Een rust die onrust verraadt. “Ie wet ’t nooit. Tegen Leones stonden wi-j ok met 4-0 veur en was het ok al vlot 2-0, moar ze mot ’t toch können redden,” is oud-eerste-elftalspeler Erwin te Veluwe voorzichtig optimistisch. Dan klinkt ‘Groenlose Jongens’ uit de speakers en komen de gladiatoren het veld op. Het Grolclublied bezorgt weer eens kippenvel. Op het veld een nerveus spelend team, langs de lijn nagelsbijtende en ‘op –plekken-waar- geen-jeuk-zit’ krabbende mensen.
Huisorkest
Onvermoeid op de tribune echter het nieuwe huisorkest, de eigen Grol Percussion Group, bestaande uit in de D-E-F-jeugd spelende Grolvoetballertjes, veelal met een blauwwit gelaat en in blauwwit uitgedost. Er valt geen rood-geel van SDOUC te bespeuren op het complex, op het hoofdveld daargelaten. Er komen trommelgeluiden en krachtige kreten uit de nok van de tribune. ‘Wij zijn de hooligans, wij zijn de hooligans.’ Beangstigend misschien als het uit kelen komt van clubs uit de Randstad, maar hier met stemmetjes als waren het de Wiener Sängerknaben die het roepen. Het is eerder hartverwarmend en vertederend dan beangstigend. De spanning neemt gaandeweg de wedstrijd Hitchcock-achtige trekjes aan. Ijsberende Grolsupporters zijn links en rechts zichtbaar. Zo ook Annelies Porskamp staand op de trappen van de tribune. ‘Da’s niks veur mien dit,” geeft ze toe en even later jongens jongens toespreken die voor haar gaan staan. “Goa eens zitten jullie.” De jongens kijken om en bedenken zich geen moment, en gaan braaf zitten. Annelies lacht. Voor de tribune enkele supporters van SDOUC die bij de 1-0 voorsprong van hun club erkennen dat het spel van beide kanten niet best is. Als Grol 3 dotten van kansen op de gelijkmaker ‘verknalt’ beginnen ze maar over de gehaktballen uit de Grol-keuken. “Joa, moar die zun wal goed hier.” Waarvan akte.
Kamikazevoetbal
In de rust probeert Sander van Dongeren uw verslaggever gerust te stellen als deze ook loopt te ijsberen. “Kump wal good”, zegt ie. Oké, daar hou ik me dan maar aan vast. Dan een penalty. Alle hoop is gevestigd op Max de Vries…Helaas is hij kansloos op de schuiver. Dan wordt het verlengen als het zo blijft. “Wee no ne goal mek den wint,” zegt Stephan Arink, die voor de zoveelste keer een stap achteruit doet om een sigaret op te steken. Ook hij heeft het niet meer. “Dit is toch neet normaal meer,” roept hij uit als SDOUC even later twee levensgrote kansen krijgt en Max de Vries zich onsterfelijk maakt met twee fantastische reddingen. “Wat een kamikazevoetbal,” roept Willie Oostendorp. Naast hem Hans Gerritsen, kantinebeheerder van Sportclub Silvolde. “Ik hop dat Grol wint. Jos Heutinck is zo’n fijne man. Ik heb d’r veer joar bienoa dagelijks met te maken gehad. En wi-j hebt ’t in Silvolde niet zo op SDOUC,” erkent hij, even na een grote ‘explosie’ als Bart Porskamp de aansluitingstreffer maakt. Billenknijpen nog even, maar als Mathijs Warnar vanaf de middenlijn richting een leeg doel loopt als de doelman van SDOUC nog in het voor hem vijandige strafschopgebied staat. Gaat iedereen al volledig uit zijn dak als de bal nog niet eens de doellijn gepasseerd is. Jos Heutinck vertelt na afloop bijna een Deja-vu te hebben gehad op dat moment. “Met het 45plusteam ging iemand van ons team met zo’n soortgelijke actie struikelend over zijn eigen benen onderuit. Lachen natuurlijk, maar ik dacht er wel even aan terug,” lacht hij er nu om.
Bramer-jacuzzi
Het hoofdveld verandert direct in een feestterrein, alwaar geen champagne ontkurkt en gespoten wordt maar vanzelfsprekend de plaatselijke champagne, uit de bekende groene fles met de beugel. Na een grootste huldiging gaan de spelers richting de Bramer-jacuzzi, een opblaasbad. Er wordt luidkeels gezongen. Op de melodie van Herman van Veens ‘Ik ben vandaag zo vrolijk’ klinkt op Den Elshof; ‘Ik word vandaag zo klone, zo klone, zo klone. Zo klone was ik nooit.’ Het komt ze toe. Er is immers een fantastische prestatie geleverd.