Kennismaken met Noud Huijskes

31-08-2020

Bron: Clubblad - Jaargang 40 - 2020 - Nummer 2

Door: Pieter Peeters

Voor deze editie van het clubblad heb ik het genoegen om te spreken met Noud Huijskes. We hebben afgesproken in hartje Groenlo, aan de Lepelstraat, waar Noud met zijn ouders Paul en Angelique en zus Lynn (begeleidster bij het G-voetbal) woont. Er wordt me een heerlijk bakje koffie aangeboden in de woonkeuken met uitzicht op de Grolse basiliek, prachtig.

Noud is 19 jaar en geboren en getogen Grollenaar. Hij volgt de opleiding CIOS in Arnhem en werkt in het weekend bij Frederik Hendrik. Ook loopt Noud stage in Westervoort. Hij geeft bewegingsonderwijs op een basisschool en na schooltijd en in de schoolpauzes gaat hij met kinderen sporten. Zijn hobby’s voetbal en tennis heeft hij (hopelijk) tijdelijk moeten staken door een vervelende knieblessure.

Voetbal
Vanaf de jongste jeugd voetbalt hij bij de plaatselijke SV, totdat een ernstige knieblessure een einde maakt aan zijn voetbalcarrière. “Pas nadat ik mijn zwemdiploma A heb gehaald, mocht ik op voetbal. Vooral in het begin was ik geen hoogvlieger. Ik kon nog geen bal aannemen of fatsoenlijk passen. Via de F7 en F3, de E7 en E3 kwam ik bij Stef Oldenkotte in de D3 terecht. Hij heeft mij ontdekt, haha. Het jaar erop ging ik naar D2 en eindigde ik datzelfde jaar in de D1, wat nu O13-1 is. Vanaf toen heb ik de hoogste selecties doorlopen. Ik moest het vooral van hard werken en mijn fysiek hebben. Max de Vries jr. was mijn trainer in de C-jeugd. Van hem heb ik het meest geleerd. Hoe ik me moet positioneren, het aannemen en inspelen van de bal, dat soort dingen. In de B-jeugd was Max de Vries sr. mijn trainer. Toen ik over ging naar de O19-1 raakte ik geblesseerd aan mijn knie. Na het aannemen van de bal in de lucht kwam ik verkeerd terecht. Ik heb nog even verder gespeeld maar op een gegeven moment ben ik toch gewisseld. Ik dacht dat het iets onschuldigs zou zijn, maar helaas bleek dit niet het geval. Inmiddels ben ik drie jaar verder en heb ik nog steeds knieklachten. Via diverse ziekenhuizen door heel het land, waar ze na vijf operaties uiteindelijk niks voor me konden betekenen, loop ik nu bij de clubarts van FC Twente. Binnenkort gaan we allerlei onderzoekjes doen om te kijken of daar wat uitkomt. Het is vervelend dat je niet weet waar je aan toe bent. Ik weet niet wat ik mag of kan, wat dat betreft is dat nog een grijs gebied.“

Voor zo’n jonge kerel natuurlijk erg frustrerend maar Noud blijft er nuchter onder. “We zien wel waar het schip strandt. Ik hoop dat er binnenkort meer duidelijk is zodat we aan het herstel kunnen werken. Ik ben ook trainer van de JO10-1 en ben nog te fanatiek om niet mee te doen. ’s Avonds denk ik dan wel eens, dat had je beter niet kunnen doen.”

Trainer
Noud is al een aantal jaren jeugdtrainer. “Ik train en begeleid de JO10 en daarnaast ben ik assistent trainer van Max de Vries jr. bij JO17-1. Waarom ik iets met de jeugd ben gaan doen? Voornamelijk door mijn blessure, maar ik vind het vooral erg leuk om te doen. Kinderen iets leren, wat bijbrengen. Of ik echt een trainerscarrière wil starten, dat weet ik niet. Ik heb via mijn opleiding aan het CIOS in Arnhem mijn jeugdtrainersdiploma behaald. Met JO10 spelen we op een kwart veld 6 tegen 6 inclusief keeper. Er zijn geen uitslagen en standen meer. Dat heeft zo zijn voor en nadelen. Als je als team elke week dik aan de kont krijgt, is dat natuurlijk niet leuk en kunnen de spelers gedemotiveerd raken. Aan de andere kant creëer je door wél competitief te spelen een soort winnaarsmentaliteit en speel je ook echt ergens voor. Natuurlijk gaat het vooral om de ontwikkeling van jeugdspelers, je wil dat je spelers beter worden. Je moet daarom ook niet spelen om perse te winnen, vooral in de leeftijdscategorie tot en met 13 jaar niet. Je kunt in jouw team de speler die het snelst is en het hardst kan schieten wel voorin zetten… dan maakt hij er zes per wedstrijd. Allemaal leuk en aardig maar hij leert er niks van. En stel, je hebt een jongen in je team die twee koppen groter is dan de rest. Die loopt met zijn fysiek de tegenstanders gemakkelijk ondersteboven. Als hij alles alleen gaat doen, dan doe je de rest tekort. Ik zie bij sommige jeugdteams dat de begeleiding wel zo denkt en handelt, maar ik ben daar geen voorstander van. In de jongste jeugd moet je vooral bezig zijn met het opleiden van spelertjes, zowel individueel als in teamverband. En wanneer je richting de onder 13 en onder 15 gaat, het prestatieve- en het mentale aspect erbij betrekken. Er moet een soort rode draad in de jeugdopleiding komen wat er per leeftijdscategorie van jou als trainer verwacht wordt, wat je je spelers moet bijbrengen en wat ze uiteindelijk moeten kunnen. Dat is er nog niet echt. Nu is het nog wat te vrijblijvend. Dat gaat met dit voetbalbestuur en met het aanstellen van Jos Heutinck als Hoofd Opleiding ook wel gebeuren. Het doel is uiteindelijk, naar mijn mening, om zoveel mogelijk talent op te leiden voor het eerste elftal.”

Videoanalist
Komend seizoen gaat Noud aan de slag als videoanalist van Grol 1. ”Ik heb het afgelopen schooljaar het keuzedeel videoanalyse gekozen. Ik heb het in de praktijk toegepast bij de JO15-1, als stageopdracht. We hebben er niet heel veel gebruik van gemaakt, mede door de coronacrisis. William Krabbenborg werkte bij Sportclub Neede al met videoanalyse en via Tjiko Wolberink ben ik door William benaderd om dat voor Grol 1 te gaan doen. Aangezien ik op de zondagen nog werk bij Frederik Hendrik ga ik niet mee naar de wedstrijden. Ik krijg beelden aangeleverd en aan de hand daarvan ga ik met een codeersysteem de gehele wedstrijd analyseren. Je kunt het zo gespecificeerd maken als je zelf wil. William geeft aan mij door waar de nadruk op gelegd moet worden en welke beelden ik moet verzamelen. Dat kan verdedigend zijn, aanvallend, in balbezit of in balverlies, in de omschakeling, dat soort dingen. Die beelden lever ik dan aan de hoofdtrainer zodat hij dat kan gebruiken in zijn besprekingen.” Ik ben er een beetje sceptisch over en vind het allemaal te professioneel voor een nieuwbakken Tweedeklasser. Maar Noud weet me toch een beetje te overtuigen. “Het voordeel van videobeelden is dat je dingen veel duidelijker kan uitleggen. Je kunt tegen een speler honderd keer zeggen dat ‘ie verkeerd opgesteld staat, maar door middel van beelden kun je het daadwerkelijk laten zien. We gaan er nu met Grol 1 en Grol 2 (Bjorn Koldeweij gaat de videoanalyse voor het tweede elftal doen) mee aan de slag en het zou mooi zijn dat op den duur ook de selectie-elftallen in de jeugd gebruik gaan maken van videoanalyse. Ik denk dat je de jeugd ook meer boeit door het via beelden te laten zien. En dat ze daar ook sneller dingen van opsteken. Je moet natuurlijk wel een goede balans daarin vinden. Niet alleen de dingen die niet goed gingen laten zien, maar juist ook die mooie voorzet, de actie, de doelpunten enzovoorts. We zijn er als Grol zijnde wel een beetje laat mee. Veel clubs gebruiken de videoanalyse al langere tijd. Maar voetbal in het algemeen loopt ook achter op andere sporten. Bij hockey en basketbal bijvoorbeeld gebruiken ze videoanalyse al heel lang. Dus wat dat betreft hebben we nog wel een inhaalslag te maken. Bij Grol zijn ze volgens mij wel aan het oriënteren of er in geïnvesteerd moet worden, maar dan moeten er uiteindelijk wel meer teams en trainers gebruik van gaan maken.“

Toekomst
Als hij zijn opleiding heeft afgerond, gaat Noud naar de Calo in Zwolle. “Toen ik aan mijn opleiding begon, wilde ik graag sportinstructeur bij het leger worden. Helaas gooide mijn knieblessure roet in het eten. Doordat ik veel in revalidatiecentra en ziekenhuizen ben geweest, ben ik dat interessant gaan vinden. Het eerste jaar is een soort instroom. Na dat jaar kun je richtingen kiezen. Mijn voorkeur gaat uit naar Psychomotorische Therapie. Dat is meer de kant van de revalidatie door middel van sport en bewegen. Een voorbeeld daarvan is het Roessingh in Enschede. En anders wordt het de ALO, de Academie voor Lichamelijk Onderwijs.”

De coronacrisis heeft hij redelijk doorstaan. “Ik ben gelukkig niet ziek geweest. Je kunt niet veel doen en ik ben veel thuis geweest. Ook niet naar school, de lessen heb ik thuis gevolgd. Dat vond ik eerlijk gezegd niet zo erg, haha. Veel dingen heb ik wel gemist. Wedstrijdjes kijken op het voetbalveld en na de tijd even de kantine in. Een terrasje pakken of de kroeg in, met vrienden op stap, dat soort dingen. En de Zwarte Cross ga ik wel missen, maar het is niet anders. Volgend jaar maar weer!”

Noud is een sportieve gast. Hopelijk komt het uiteindelijk goed met zijn knie zodat hij zijn hobby’s weer enigszins kan oppakken. Al is het maar voor een recreatief potje tennis of voetbal, dat zou al een hele verbetering zijn. Succes met je herstel!