12-04-2021
Vlak voor het paasweekend is clubblad 1 van 2021 verschenen. Als het goed is hebben alle leden, vrijwilligers en sponsoren deze inmiddels ontvangen. Mocht dit niet zo zijn, stuur dan even een email naar info@svgrol.nl. De komende weken zullen we de verhalen in clubblad 1 ook weer via onze website en social media delen. Vandaag het eerste verhaal: een diepte interview met bezige bij Matthijs Roorda, op vele fronten actief bij de club en met enkele mooi anekdotes.
Bron: Clubblad 1 - 2021
Door: Ronald Buesink
Op het moment van schrijven hebben we nog steeds te maken met het coronavirus dat ons nu al ruim een jaar in de wurggreep houdt. Omdat het is toegestaan om één persoon thuis te ontvangen heb ik Matthijs uitgenodigd om hem het één en ander te laten vertellen wat hij zoal doet voor onze club. Want daar zal niet iedereen van op de hoogte zijn. Dat hij een druk baasje is blijkt wel uit wat volgt.
“Ik ben een geboren en getogen Grollenaar. Met uitstapjes naar Utrecht en Amersfoort voor studie en werk ben ik in 2002 weer terug gekomen naar ons vestingstadje. We wonen nu dus alweer geruime tijd met heel veel plezier, opeen voor ons perfecte plek, aan de Grolse gracht. Ik woon al 25 jaar samen met Renate en we hebben twee zoons te weten Okke(19) en Ruben(16). Beide zoons zijn eveneens lid van de Grol maar eerstgenoemde op dit moment niet meer als actief lid omdat hij sinds dit schooljaar studeert in Groningen. Omdat hij niet meer elk weekend terugkomt, heeft hij het voetbal bij de Grol maar even naar het tweede plan geschoven. Ruben is nog actief lid en speelt in een erg leuk team, JO17-4, waarvan ik trainer-coach ben samen met Emiel Bosker en Frank Verstappen.”
“In mijn dagelijkse leven werk ik, nu al 4 jaar, als key-accountmanager bij Tecnotion in Almelo. Ik heb een technische- en commerciële achtergrond en beheer de grote klanten in de Duitssprekende landen van Europa en ontwikkel nieuwe business. Daarnaast bezoek in nog met enige regelmaat een aantal klanten in Oost-Europa en één keer per jaar een werkbezoek in Japan en Maleisië. Omdat we ons nu wereldwijd in een pandemie bevinden werk ik al een jaar vanuit huis. Ons bedrijf draait nog steeds goed maar sommige klanten van ons hebben duidelijk nadeel van deze huidige crisis. Maar in de nabije toekomst hoop ik toch weer mijn werk gerelateerde reisjes naar het buitenland te kunnen maken. Het persoonlijk klantcontact mis ik wel.”
Voorzitter BCG
“Bijna 10 jaar geleden hebben we de Business Club s.v. Grol opgericht. De donateurs zijn een groep ondernemers en sponsoren van de s.v. Grol. Het merendeel was al sponsor (sponsorcommissie). Maar om de sponsoren ook iets te kunnen bieden is de BCG geboren. Dit idee is gestart tijdens een gezellig georganiseerde sponsoravond van de sponsorcommissie (nu Commercieel Team). Ik kwam hiervoor in contact met Rob Soer, Erik Schuurmans, Rob Porskamp en Peter Scheinck en zo is het balletje gaan rollen. Met de oprichting van Stichting Business Club s.v. Grol werden wij het bestuur, ik als voorzitter, Erik Schuurmans als secretaris, Peter Scheinck als penningmeester en Rob Porskamp, Rob Soer en later aangevuld met Bas Stortelers als bestuursleden.”
“Op die bewuste avond hebben zich al zo’n 70 donateurs aangemeld die de Grol een warm hart toedragen. En op dit moment hebben we al rond de 150 donateurs. Elke donateur betaald 175 euro p.p. per jaar. Er komt dus elk jaar een behoorlijk bedrag binnen. Eén derde deel van deze donatie gaat naar de Grol en met het resterende deel wordt er twee keer per jaar een leuk evenement georganiseerd voor de donateurs van de BCG. Meestal een dagactiviteit in maart-april en een avondevenement op de eerste donderdag van November waarbij er voor de donateurs, onder het genot van een hapje en een drankje, voldoende ruimte is om te netwerken.” “Als voorzitter van de BCG krijg ik, tijdens de welbekende sponsoravond voorafgaand aan het Marveldtoernooi, een paar minuten spreektijd om namens de BCG een cheque te overhandigen aan de Grol. In onderling overleg met het hoofdbestuur wordt elk jaar bepaald waar het geldbedrag naar toe gaat.”
“De Grol heeft dus een Commercieel Team Grol (CTG) en een BCG. We werken al erg nauw samen en spreken elkaar regelmatig. Maar ieder team heeft zijn eigen bestuur. Het sponsorgeld dat het CTG ophaalt gaat rechtstreeks naar de Grol. En van de BCG gaat een derde deel naar de Grol. Maar het is de bedoeling dat we in de nabije toekomst nog meer gaan samenwerken en we streven ernaar om het goede nog meer samen te brengen in het voordeel van de sponsoren en BCG donateurs. Het zou zeker mooi zijn dat elke sponsor ook donateur wordt. Dit proberen we dan ook in de nabije toekomst te bewerkstelligen.”
Trainer en leider jeugd
“Inmiddels ben ik al 14 jaar trainer/leider bij de jeugd van de Grol. En ook bij de wedstrijden op zaterdag ben ik aanwezig als coach. Ik ben begonnen als trainer/leider toen mijn oudste zoon Okke ging voetballen. Ik weet nog goed dat ik assisteerde bij de circuittraining onder leiding van Jos Porskamp en Nico Verrips. Circuittraining heeft de Grol geen windeieren gelegd. De spelers zijn er veel beter door gaan spelen. Maar ook de voetbalschool en het voetbalbestuur is een zeer goed initiatief. De Grol is goed bezig om jeugdspelers nog beter te maken.”
“De eerste drie jaar wanneer Okke naar een nieuw team ging ben ik mee verhuisd. Toen ook mijn jongste zoon Ruben lid werd, ben ik trainer/leider geworden van zijn team. En wisselde ik om de twee jaar. Omdat beide zonen niet de Rots-voetbalgenen hadden, was ik dus altijd trainer van de iets lagere elftallen (niveau 3-4). Leuk te zien dat Okke en Ruben in ieder geval veel beter kunnen voetballen dan hun vader toen. Haha, goed toch.”
“Ik vind het belangrijk dat mijn spelers het leuk vinden om een potje te voetballen. Dus probeer ik spelplezier te creëren. Maar daarnaast moeten ze natuurlijk ook tactisch en technisch iets bijleren. Dat probeer ik te combineren. Op dit moment train ik de JO17-4 op de maandag- en woensdagavond. Voor eventuele gerichte oefenvormen kan ik dan terecht bij Walter Vrijdag. Hij is dan ook altijd aanwezig. Deze constructie is ideaal. Een ervaren oefenmeester die je altijd van nuttige tips kan voorzien. Gezien de goede opkomst op de trainingsavonden, ondanks de coronacrisis, heb ik het idee dat de spelers de trainingen leuk vinden.”
Matthijs als voetballer
“Zelf werd ik lid van de Grol in 1974. Het jaar waarin Nederland de WK-finale verloor van toen nog West-Duitsland. De teleurstelling was toen zo groot dat ik dacht een WK-finale verliezen dat niet nog een keer. In mijn dromen speelde ik jaren later zelf de WK-finale. Maar helaas heeft het nooit zover mogen komen. Nee ik moest het hebben van mijn inzet en doorzettingsvermogen maar de finesse ontbrak. Een begenadigd talent was ik niet. De ballen sprongen met enige regelmaat van mijn voeten.” “Omdat ik nu trainer ben van getalenteerde spelers (niveau 3-4), kan ik me goed verplaatsen in hun spelopvatting/zienswijze. Een groot pluspunt is dat de spelers van nu veel meer mogelijkheden aangereikt krijgen om ook voetballend beter te worden. Dat is enorm vooruitgegaan. Dat was in mijn tijd echt niet. Wij werden destijds met een medicinbal een meestal modderig trainingsveld opgestuurd om fysiek en conditioneel beter te worden. Een paar rondjes lopen en een partijspel waren vaste ingrediënten. Trainen om de techniek bij te schaven was er niet.”
“Vanaf de E-jeugd tot en met de senioren heb ik gevoetbald in de lagere teams maar wel met heel veel plezier. In mijn tijd bij de senioren vertrokken we nog bij zalencentrum Meijer. Daar waar nu Welgelegen gekomen is. Ik speelde toen in Grol 13.” “Later toen er vriendenteams mochten komen, kwam ik van Grol 13 in Grol 7 te spelen. Een veel hoger niveau dus. En omdat we een aantal keer op rij kampioen werden, kwam ik opeens in Grol 4 te spelen. Ik had op mijn oude dag nog nooit zo hoog gespeeld. Vaak speelde ik dan ook maar één helft. Dat was voor mij en ook voor mijn teamgenoten ruim voldoende.“
‘’Waar ik niet goed tegen kan is onrecht. Dan heb ik mezelf af en toe niet onder controle. We speelden eens een derby tegen VIOS Beltrum die gepaard ging met de nodige overtredingen. Het spel lag vaker stil dan dat er gevoetbald werd. Ik kreeg het toen aan de stok met mijn directe tegenstander, omdat hij zich in mijn ogen enorm aanstelde. Hij lag continu op de grond terwijl er in mijn ogen niets aan de hand was. Omdat de wederzijdse irritatie bleef aanhouden werd ik gewisseld. Toen de wedstrijd was afgelopen zocht hij mij nog wel even op en na een paar woorden over en weer gaf hij mij een beuk die door mij beantwoord werd. Iedereen bemoeide zich ermee en voor mijn eigen veiligheid zette ik een sprint in richting de kleedkamer en deed ik de deur op slot tot alles weer enigszins gesust was. Onder begeleiding van medespelers ben ik uiteindelijk nog wel veilig in de auto gekomen en kon ik rustig een biertje drinken in de Grolkantine. Bij de thuiswedstrijd heb ik betreffende spelers van VIOS een halve liter cadeau gegeven met het verzoek dat wij beide ons leven zouden beteren op het voetbalveld. En zo geschiedde.”
“Wat me ook nog helder op het netvlies staat is een thuiswedstrijd met Grol 4 op het huidige veld 1. We hadden best veel goede spelers in ons team en ik begon bij belangrijke wedstrijden vaak eerst op de bank. Omdat Grol 1 na onze wedstrijd meestal thuis moest spelen stonden er best veel supporters te kijken waaronder Hennie Schovers.“ Hennie zei: “Hoe is het in godsnaam (ja ook toen was hij al erg gelovig) ‘meugelijk’ dat den Roorda no mot invallen. Onbegriepelijk. Dat kan toch neet.” Nog geen 5 minuten later kreeg ik de bal aangespeeld op het middenveld, dacht niet na, en in een reflex besloot ik maar om de bal van 30 meter afstand op het hok te rammen, vol op de pantoffel. Het werd een wereldgoal want de bal ging snoeihard de bovenhoek (driehoekje) in. Iedereen lag in een deuk van het lachen. En één iemand vertrok met de staart tussen de benen.”
“Of een wedstrijd op het hoofdveld tegen volgens mij Meddo. We konden nog kampioen worden. Frans Roerdinkook wel bekend als Datze Roerdink was scheidsrechter. Er was een scrimmage in het 16metergebied van de tegenstander. En het was zeer discutabel of de bal wel of niet over de doellijn was geweest. De tegenstander zei dat de schoen achter de doellijn was en de bal ervoor. Waarop Datze besloot om het, al dan niet doelpunt, goed te keuren met de uitleg ‘leer is leer’. Een prima VAR-momentje.”
“Door een afgescheurde achillespees in 2002 moest ik een tijd stoppen met voetballen. We speelden een potje zaalvoetbal en opeens zonder dat er iemand in de buurt was lag ik op de vloer, alsof mijn veter geknapt was. Mijn teamgenoten dachten eerst dat het aanstellerij was en namen het voorval niet al te serieus. Maar later bleek dat mijn pees afgescheurd was.”
“Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en toen het 45+ voetbal zich aandiende ben ik weer gaan voetballen. Ik kwam net weer een beetje in vorm. Het balgevoel en de conditie gingen met sprongen vooruit. Toen sloeg het noodlot in november 2019 weer toe, want mijn voorste kruisband scheurde af. Dat betekende revalideren en tevens einde actieve voetbalcarrière. Omdat ik de gezelligheid niet wil missen ben ik er nu vaak bij als supporter of als scheidsrechter van dit team als ze thuis spelen.”
Wat doe je in je spaarzame vrije tijd?
“Ik ben ook nog lid van kegelvereniging UTO. Hiervan ben ik penningmeester. Een leuke en gezellige groep personen waarmee we in de normale tijd één keer per week op woensdagavond gaan kegelen. Ons vaste kegeladres is op Den Elshof. Uiteraard ontbreekt hier ook een hapje en een drankje niet. Groenlo blijft toch een bourgondisch stadje.” “Daarnaast ben ik nog lid van vriendenvereniging Zorropositief of in de volksmond de Zorro’s. Een hechte groep vrienden waarmee we een paar keer per jaar een uitstapje doen. Het is begonnen als een soort van carnavalsclubje maar dat is nu verwaterd. We hebben elkaar leren kennen tijdens de periode op de middelbare school (toen Groenlo nog het Las Vegas van de Achterhoek was) en we zijn sinds die tijd bij elkaar gebleven. We hebben in al die jaren al het nodige lief en leed gedeeld.”
“Mocht er nog wat tijd over blijven dan speel ik graag een potje golf of maak ik een lekkere wandeling. En de vakanties mogen natuurlijk ook niet ontbreken. Zowel de wintersport als de zomervakantie zijn favoriet. En last but not least sleutel ik graag aan oldtimers”
Zoals in de inleiding al vermeld is Matthijs een druk baasje dat weinig rust in zijn kont heeft. In zijn jeugdjaren haalde hij met enige regelmaat kattenkwaad uit. Helaas kan ik dit niet allemaal vermelden want daarvoor heb ik te weinig pagina’s schrijfruimte. Thuis zitten is niet zo zijn ding. Hij komt meestal tijd te kort. Dat hij op diverse fronten zo actief is zegt alles. Als vrijwilliger doet hij veel voor de Groenlose gemeenschap. En daar kunnen we alleen maar blij mee zijn.