Een mooie primeur geeft nog steeds de meeste voldoening

26-04-2021

Bron: Clubblad 1 - 2021

Door: Rik Gockel

Raymond Willemsen geeft altijd zijn mening. In zijn columns en artikelen in De Gelderlander schopt de 55-jarige sportjournalist uit Terborg regelmatig tegen heilige huisjes. Ruim 30 jaar geleden begint hij als freelancer bij De Graafschapbode in een tijdperk waarin nog concurrentie bestaat tussen diverse regionale kranten. Die strijd tussen de dagbladen om het laatste nieuws, dat is volgens hem een gemis voor de huidige journalist. “Je moet de scherpte nu uit jezelf halen.”

Dat hij sportjournalist wordt, ligt niet direct voor de hand. Tot twee keer toe wordt hij uitgeloot voor de opleiding journalistiek in Tilburg. “Ik ben toen naar de lerarenopleiding gegaan in Nijmegen en heb Duits gestudeerd. Omdat ik na zes of zeven sollicitaties niet in het onderwijs aan het werk kwam, ben ik vanuit mijn freelancewerk blijven aandringen bij de krant. Uiteindelijk lukte het om van mijn hobby m’n beroep te maken.” Jan Dagevos, coördinator sport van het Gelders Dagblad (later opgenomen in De Gelderlander) in die periode, ziet het wel zitten om Raymond als verslaggever op pad te sturen. Hij belandt in de regionale onderbond van de KNVB. “Mooi was het voetbal niet altijd, maar ik heb heel wat spektakel gezien. Falende scheidsrechters, wanhopige trainers, vechtpartijen, kampioenschappen en degradaties. De zondagen op de redactie waren nooit saai.”

Schrijfstijl

In de interviews, verslaglegging en columns van Raymond zitten zijn persoonlijke gevoelens en inzichten sterk verweven. “Ik probeer er altijd iets extra’s van mezelf in te leggen. De lezer mag gerust weten wat ik er zelf van vind.” Van Willemsen hoef je daarom geen ‘dertien in een dozijn’- stukjes te verwachten. Hij pakt de KNVB – volgens Raymond een gesloten bolwerk – met enige regelmaat snoeihard aan. “Jan Dirk van der Zee (voorzitter van de amateurtak, RG) heeft heel wat steken laten vallen. Die spaar ik niet in de krant. Dat hij mij dan op twitter blokkeert, vind ik pure arrogantie.”

Leon ten Voorde van Tubantia vindt hij ook zo’n journalist die er bovenop zit en een sterke eigen mening ventileert. “Ik mag zijn stukken graag lezen. Verder blader ik dagelijks De Telegraaf en De Stentor door, wekelijks Voetbal International en volg ik Omroep Gelderland.” Nog altijd kan hij genieten van een mooie primeur, ook al wordt dat minder omdat tegenwoordig allerlei websites en social mediakanalen nieuwtjes plaatsen voordat de krant uitkomt. “Ik kan me nog een crisis bij De Graafschap herinneren. Henk van Stee zou ontslagen worden en Darije Kalezic ging hem opvolgen. De Graafschap ontkende dat stellig. Wij brachten dat nieuws tot groot ongenoegen van het bestuur in de krant.” Ook bij de amateurs geniet Raymond van het gespeculeer over vertrekkende en nieuwe trainers. “Wie wordt de nieuwe trainer van Grol? We krijgen tips en leggen ons oor te luister. Het is de kunst dat in de krant te krijgen, voordat de club het officieel naar buiten brengt.”

Ultieme kenner van de Superboeren

“In 1991 liet Jan Dagevos me los en gooide me voor de leeuwen. Ik kreeg De Graafschap-Wageningen op m’n bordje, achteraf bezien een enorm spektakelstuk.” In die wedstrijd dreigt Graafschap z’n ongeslagen status te verliezen. Ze komen achter met 1-4, maar door late treffers van Koolhof en Hofstede wordt het toch nog 4-4. Vanaf die dag verslaat Willemsen onafgebroken in ruim 25 jaar ongeveer 1100 wedstrijden van de Superboeren.

Als ik hem vraag om De Graafschap als club te typeren, antwoordt hij resoluut: “Altijd druk op de ketel! Als ze in de eerste divisie spelen moeten ze promoveren. Als ze in de eredivisie spelen moeten ze zich kost wat kost handhaven. Ze krijgen geen tijd om aan een team te bouwen, waardoor het altijd onrustig is bij die club.” Hoewel de druk niet veranderd is in de loop der jaren, is dat wel het geval als het gaat om de benadering en toegankelijkheid.

Hij koestert de tijd dat de club nog familiair was. “In de periode van Simon Kistemaker kon je de telefoonnummers van de spelers nog opzoeken in het telefoonboek. Je liep zo naar binnen en trok een bestuurslid aan de mouw. Tegenwoordig moet je een hoop moeite doen om iemand te spreken te krijgen. Het is allemaal gedoe geworden en een stuk eentoniger.”

Raymond was er daarom niet helemaal rouwig om dat een paar jaar geleden zijn rol bij de krant veranderde. “Met Mark van Steenbergen hebben we nu een frisse jongen die De Graafschap volgt. Ik ben sindsdien meer in de breedte aan het werk en doe wat coördinerende taken, andere sporten en het amateurvoetbal. Als Mark uitvalt of met vakantie is, pak ik De Graafschap weer op. Dat bevalt me prima.” Ook al heeft Raymond een andere rol binnen =de krant, af en toe blijft hij een speldenprikje naar De Graafschap uitdelen. “Hebben ze na jaren met Camiel Neghli een jeugdspeler die sterk invalt en klaar is voor het grote werk, halen ze uit een ver oord Platje op. Let maar op, nu krijgt Neghli straks geen speeltijd meer. Dat vind ik doodzonde en getuigen van kortzichtig denken. Ze moeten dat soort jeugdspelers meer de kans geven, dat is ook voor de lange termijn van belang. Dat zie ik terug bij FC Twente en ook bij Volendam zie ik ander beleid, daar zijn ze geduldiger en trekken een paar jaar uit om een brede basis onder het elftal te leggen.”

‘De Kist’

Een bijzondere band heeft Raymond nog altijd met Simon Kistemaker, de oud-trainer die bij De Graafschap de Boerenbruiloft introduceerde. Hoewel ‘De Kist’ al meer dan een kwart eeuw weg is uit de Achterhoek, onderhoudt Willemsen nog altijd contact met hem. Kistemaker wird in 1991 ongeslagen kampioen in de Eerste Divisie en is sindsdien een cultheld voor veel supporters van de Spinnekop. Voor de afgelopen kerstdagen interviewde Raymond hem nog. “Dit laatste gesprek was karakteristiek voor de man. Hij was na de dood van zijn vrouw Thea zelf ook bijna naar de eeuwige jachtvelden, maar knokte zich toch weer terug. Vond ik indrukwekkend. Kistemaker drukte zich toen mooi uit: “Ik had er geen zin meer in. Ik keek geen voetbal meer, het interesseerde me geen zak. Ik las de krant niet en at niet meer. Ik viel twaalf kilo af, had het wel gezien. Maar opgeven staat niet in mijn woordenboek, hè. Nu gaat het weer stukken beter. Ik kom weer in conditie, heb de rollator weggeflikkerd en eet weer als een grizzlybeer. Maar het verdriet blijft.”

Grol is goed bezig met de jeugd

“Met veel bravoure een carnavalsshirt aankondigen en dan verliezen. Ik verzeker je, daar is smadelijk om gelachen in de regio. Dat is typisch Grol. Een prachtige club met een super accommodatie waar ik altijd prettig wordt ontvangen, maar waar ze soms moeite hebben om ingetogen te blijven. Ze blazen met enige regelmaat hoog van de toren. Je zou dat kunnen vergelijken met het Bayern München van vroeger. Een wat gekke vergelijking, maar toch. Ik heb zeker geen hekel aan Grol. Bij Grol is altijd reuring en dat geeft kleur aan het amateurvoetbal in de Achterhoek. Longa ’30 is veel rustiger, daar springen ze minder uit de band.”

Desondanks heeft Raymond het gevoel dat Grol stabieler wordt, meer aandacht schenkt aan de jeugdopleiding en daarom ook stappen gaat maken. “Goed ook dat zo’n jongen als Rico Lammertink erbij is gehaald. Dat soort types laten twee, drie jonge spelers er rondom heen beter voetballen. Grol moet op termijn een klasse hoger kunnen spelen, daar ben ik van overtuigd.”

Jeugdtrainer bij AZSV in coronatijd

Alweer tien jaar is Raymond jeugdtrainer bij AZSV. Hiervoor trainde hij het eerste elftal van Terborg, Gendringen en de jeugd van SDOUC. “Ik train nu de ‘onder-13’ van AZSV en dat bevalt goed. Als hoofdtrainer van Gendringen was de combinatie met mijn werk voor De Gelderlander soms lastig. Je kunt namelijk maar op één plek tegelijk zijn.” De beperkingen in de sport door corona vindt hij moeilijk te accepteren. “Begrijp me goed, ik neem corona uiterst serieus. Maar de medische wereld heeft ook aangetoond dat buitensporten gezond is en nauwelijks gevaar oplevert. Dan vind ik het heel zuur en absurd dat de jeugd geen wedstrijdjes kan spelen en dat de senioren nog steeds in tweetallen moeten trainen.”

Bij de krant is het een strijd om de regionale sportpagina gevuld te krijgen. De verslaggevers werken veel vanuit huis en sommige mensen heeft hij nu bijna een jaar niet gezien. Hij mist de hectische zondagen op de redactie. “Ik bel mijn netwerk plat voor nieuws en achtergronden, het is schrapen momenteel. “Mooi dat jullie nog een clubblad hebben, dat wordt onderhand ook een zeldzaamheid in de regio.”