04-05-2021
Bron: Clubblad 1 – 2021
Door: Christian Buiël
Op een zonnige zondagmiddag in februari brengen we een bezoek aan Amir Haziri (28), speler van Grol 4. Menigeen zal hem vast eens gezien hebben in Groenlo, bij de Grol of anders wel in het Grolse uitgaansleven. Hij staat positief in het leven, beschikt over een gezonde dosis humor en heeft altijd een antwoord paraat. Het is echter ook iemand met een verhaal en die het nodige heeft meegemaakt.
We gaan terug naar het jaar 1994. Het is oorlog in voormalig Joegoslavië en de familie Haziri besluit om te vluchten vanuit het huidige Kosovo, op zoek naar een betere toekomst. De op dat moment 2-jarige Amir komt samen met zijn ouders na een lange reis aan in Nederland. Het begin van een nieuw hoofdstuk als oorlogsvluchtelingen in een ander land, met een onbekende taal en een onbekende cultuur. In een tijdsbestek van 5 jaar woont de familie in maar liefst 8 verschillende asielzoekerscentra (AZC), met als laatste halte het AZC in Stadskanaal. Aldaar kregen zij in 1999 het verlossende bericht dat zij een verblijfsvergunning zouden ontvangen en in Nederland mochten blijven. Op aanraden van kennissen uit Winterswijk besluiten ze om naar Groenlo te verhuizen, om daar de rust en tevens een plek in de samenleving te vinden en zodoende een nieuw leven op te bouwen.
“En toen begon het pas echt”, aldus Amir. “In de eerste 5 jaar waren we altijd omgeven door andere vluchtelingen. In de maatschappij is het toch anders. We hebben daarbij veel hulp gehad van Vluchtelingenwerk Groenlo, en dan met name van Tante Miep (Ebben). Zij heeft ons geholpen te integreren in de Achterhoek, we waren immers de grote stad gewend. Denk daarbij aan andere normen en waarden, of bijvoorbeeld om mensen te groeten en goedemorgen te zeggen.” Dat ‘Tante Miep’ veel betekend heeft voor de familie Haziri, wordt tevens afgelopen december duidelijk als Amir op zoek gaat naar haar. Om haar, samen met zijn ouders, te bedanken voor alles wat zij voor hun gedaan heeft. De zoektocht kent een positief resultaat. Amir gaat op bezoek met een grote bos bloemen en heeft inmiddels weer regelmatig contact met haar.
Op ontdekkingstocht in het onbekende verenigingsleven bij Grolse Boys
Het is dan ook ‘Tante Miep’ die ervoor zorgt dat Amir lid wordt van Grolse Boys. “Hoe klein Grolse Boys ook was als vereniging, het heeft voor mij heel veel betekend”, begint Amir. Dat hij ging voetballen bij Grolse Boys was voor zijn ouders ook niet makkelijk. “Zij vonden het moeilijk om mij los te laten in een vreemd land, gelukkig was het niet al te ver op de fiets. Ik ben daar dan ook nooit een nummer geweest, ik werd altijd geaccepteerd zoals ik was en iedereen wist waar ik vandaan kwam.”
Amir begon in de E-tjes en kwam daarbij in een team met een aantal klasgenoten van zijn basisschool, de Hoeksteen. Hij begint al lachend te vertellen over zijn eerste wedstrijd: “Op een woensdagavond, tegen de Grol, en ik had geen echte voetbalschoenen. Maar ik kreeg een paar van de moeder van Mark Peters, blauwe Nike’s. In de tweede helft mocht ik invallen, bij de aftrap kreeg ik de bal van Mathijs Warnar en ik ren zo op onze eigen keeper Bob Meijer af. Niemand had mij namelijk verteld dat je na een helft de andere kant op voetbalt. Ik werd meteen weer gewisseld en kreeg eerst een les over de spelregels. Van de AZC’s kende ik alleen het straatvoetbal en een beetje balletje trappen, meer niet.”
Binnen de jeugd van de Grolse Boys doorloopt Amir meerdere teams en leert zo het Nederlandse verenigingsleven kennen en heeft dan altijd al een antwoord paraat. Dat zorgt er ook voor dat hij doorgestuurd wordt vanaf de C1 naar de A1, op dat moment onder leiding van trainer Gerrit Abbink. “Ik had altijd een te grote mond voor iemand in de C1, maar Gerrit wist precies hoe hij met types zoals mij om moest gaan. Ineens was ik de kleinste en moest ik mij bewijzen. De A1 werd echt mijn team, ook al hadden we niet de meest makkelijke karakters.” Uiteindelijk vertrekt Abbink en moet er een oplossing komen. Die komt er in de vorm van Dalibor Repija en zijn vader Radomir. Op dat moment is Dalibor een vaste kracht bij het eerste elftal, maar voor langere tijd uit de roulatie vanwege een enkelblessure. “Zij hadden ook de Balkan-mentaliteit en waren niet op hun mondje gevallen. Dalibor wist iets te creëren, waardoor iedereen door het vuur ging voor hem. Hij was altijd rechtvaardig, en heeft daardoor ook het maximale uit mij gehaald.”
Eén iemand die daarbij niet onvermeld mag blijven volgens Amir is Martin Jansen, op dat moment leider van de A1. “Wij zouden nooit terug kunnen doen voor datgene wat Martin Jansen voor de Grolse Boys heeft gedaan. Hij was op dat moment de belangrijkste schakel tussen ons als spelers en het bestuur. Die man straalde zoveel rust uit, door zijn houding, door zijn karakter. Als er weer eens iets was voorgevallen kon hij je zo rustig krijgen. Goed was goed en fout was fout, maar Martin was er altijd.”
Vrijdag 31 augustus 2012
Uiteindelijk valt het team uit elkaar. Een heel aantal teamgenoten stopten met voetballen, een paar maakten de stap naar de senioren en Amir ging als dispensatiespeler terug naar de B1. Iets dat niet geheel ongebruikelijk was op het Wilgenpark. Voor Amir geen probleem, hij had zijn plek gevonden binnen de vereniging en was goed bevriend geraakt met een aantal oudere jongens uit zijn team. Zo raakte hij vanaf 2011 ook meer betrokken bij het eerste elftal, mede omdat zijn vrienden Maikel Nuchter en Kenan Kurt daarin speelden. Het is met name Kenan waarmee Amir een bijzonder goede vriendschapsband opbouwt.
In het seizoen 2010-2011 bereikt het vlaggenschip, onder leiding van trainer Raymond van der Heide, de finale van de nacompetitie waarin SVV’56 uit Sibculo de tegenstander is. “Die wedstrijd ging met 2-1 verloren en Grolse Boys bleef in de 4e klasse. Kenan brak tijdens die wedstrijd zijn sleutelbeen en besloot niet veel later om ook te stoppen met voetballen. In de zomer van 2012 heb ik samen met Raymond hem om weten te praten om toch door te gaan.” Op dinsdag 4 september zou Kenan zijn rentree maken op de training, maar die rentree kwam er niet. Op vrijdag 31 augustus 2012 komt Kenan op 22-jarige leeftijd om het leven bij een eenzijdig verkeersongeval op de weg naar Ruurlo.
Amir beleeft de dagen erna als in een roes: “Die zaterdag werden we opgevangen op de club. Alle wedstrijden werden afgelast en hielden een minuut stilte. Iedereen was verslagen, want iedereen kende elkaar bij een kleine vereniging als Grolse Boys. Toen kwam ook de vraag wat we konden doen als club, in deze situatie. Toen stelde ik aan de voorzitter voor om een afscheidswedstrijd te spelen, op de dinsdag dat Kenan zijn rentree zou maken.” Het werd een wedstrijd waarin de vriendengroep van Kenan het opnam tegen het eerste elftal. “Die dinsdag werd Kenan begraven in Turkije en wij namen die avond op onze manier afscheid op het Wilgenpark door die wedstrijd te spelen. We kwamen met fakkels en een grote foto van Kenan het veld op, hielden een minuut stilte en zijn broertje en vriendin staken symbolisch een vuurpijl aan.” Het team van Amir en zijn vrienden werd volledig weggespeeld, maar kregen de tweede helft wel een penalty. Amir: “Ik kreeg direct de bal van Danny Ferrol. Ik neem die penalty, ik schiet raak. Wat er toen door mij heen ging. Ontlading. Emotie. Alles. Dat ga ik nooit van mijn leven vergeten.”
Nummer 5
Het overlijden heeft veel impact gehad op Amir: “Ik kon moeilijk genieten van de mooie momenten, bleef heel erg hangen in het verdriet. De jongens van het eerste zoals Johan Houben, Danny Ferrol, Ronald Wagendorp, Dalibor Repija en Barry Janssen, maar ook een Sander Wijgerink. Ze waren er altijd voor mij. Ik werd min of meer opgenomen in het team, niet eens als speler. Ik hoorde er gewoon bij.”
Het seizoen dat volgt, is een seizoen van uitersten. “Een heel gek jaar, je maakt dingen mee als club die andere clubs wellicht nooit meemaken. De thuiswedstrijd tegen Haarlo waarin Barry Janssen een flinke hoofdblessure opliep. Je raakt Kenan kwijt. Je promoveert. Het maakte ons als team sterker. De jaren ervoor zat alles mee en promoveerden we niet, het jaar dat eigenlijk alles tegenzat wisten wij te promoveren.” Uiteindelijk weet Grolse Boys de historische promotie te bewerkstelligen door een 4-0 overwinning op Sportlust Glanerbrug in de laatste competitiewedstrijd. Op een foto van die gedenkwaardige dag, is ook Amir te zien met het shirt met rugnummer 5. Het shirt van Kenan. “Ik speel nog altijd het liefst met rugnummer 5 als het even kan, en als het shirt past tenminste. Een soort eerbetoon naar hem toe”, zo besluit Amir.
De fusie
Daar Amir zijn eerste voetstappen op voetbalgebied zette op het Wilgenpark en niet op Den Elshof, had hij niet al te veel met de Grol in eerste instantie. “Er werd vroeger een soort van drempel gecreëerd tussen de Grol en Grolse Boys, wat eigenlijk helemaal nergens op sloeg. Buiten het voetbal om, ging je toch met iedereen om. Zo maakte ik zelf later muziek samen met Ramon Nienhuis en Jasper Bos als EASTPACK.” Toen de fusieprocessen in gang werden gezet, kwam Amir ook meer op sportpark Den Elshof, in eerste instantie als scheidsrechter bij onder andere dames 1 en zondag 3 en 4. Daarvoor had Amir ook al een bijdrage geleverd aan het combinatie-elftal Grol/Grolse Boys A3, waarbij hij met name een begeleidende rol had op wedstrijddagen. “Door het fluiten leerde ik het huidige Grol 4 kennen, als een team waar ik eventueel wel in zou willen voetballen. Redelijk goed niveau en jongens die een aardig balletje kunnen trappen, waaronder Jasper en Ramon die ik al goed kende.”
In het dagelijks leven is Amir werkzaam als internationaal vrachtwagenchauffeur bij Roemaat Transport in Lichtenvoorde en moet zodoende af en toe op zaterdag werken. Daardoor werd voor hem de keuze om zijn oude Boys-team te verlaten en op zondag te gaan voetballen een stuk makkelijker. “Die jongens van Grol 4 hebben ook een groot deel van de vooroordelen over de Grol weggenomen. Dan zie je dat de Grol ook een warme club is. Ook voor jonge jongens zoals ik vroeger, met een andere achtergrond, kun je prima bij de Grol terecht. Dat had ik ook nooit verwacht.”
Corona
Als we Amir vragen naar wat er eventueel nog beter zou kunnen binnen de Grol of op sportpark Den Elshof, geeft hij aan nog weinig op- of aanmerkingen te hebben ook vanwege het coronavirus. “Daarvoor zit ik nog te kort bij de nieuwe vereniging. Je merkt alleen wel bij een grotere club dat er meerdere mensen wat te zeggen hebben. De organisatie is groter. Bij de Boys ging je gewoon naar de volgens jou juiste persoon, meestal de voorzitter. De communicatie ging makkelijker, sneller en directer binnen een kleine club als Grolse Boys.”
Stilzitten is aan Amir niet besteed, ook niet tijdens de coronacrisis, behalve als hij achter het stuur zit van zijn vrachtwagen. Buiten zijn werk om staat zijn vrije tijd, en dan met name in het weekend, normaal gesproken in het teken van familie, vrienden, muziek en voetbal. Sinds kort is daar het mountainbiken bijgekomen. Daarnaast heeft hij de afgelopen tijd twee vakantiebungalows laten bouwen in zijn geboorteregio in Kosovo: “Het land is nog niet erg in trek, maar het is er erg mooi en stap voor stap worden de Balkanlanden als vakantiebestemming ontdekt. Daar hoop ik op in te spelen samen met mijn familie daar. Economisch gezien is het namelijk nog niet zo welvarend en op deze manier hoop ik een stukje werkgelegenheid te verschaffen voor mijn familie en om de mensen hier de gelegenheid bieden om Kosovo te ontdekken.”
Al met al een interessant gesprek met een bevlogen Grol-lid, die zichzelf Grollenaar noemt, het Grolse dialect enigszins verstaat en praat. Amir Haziri, voelt zich thuis in Groenlo en op de Grolse voetbalvelden.