Anno 1992: De gouden lichting van Grol C1

08-01-2025

Herinneringen aan een memorabel en historisch seizoen

Bron: Clubblad 2024-4
Door: Pieter Peeters

Voor deze editie van ons prachtige clubblad had ik de eer om een aantal jongens te interviewen die deel uitmaakten van de gouden lichting van Grol C1 in het seizoen 1991/1992. Dit sterrenensemble wist de ene na de andere prijs in de wacht te slepen. In ons sportcafé verzamelden zich een aantal spelers en de special guest van de avond, Pascal ten Brincke. Een prachtige avond vol herinneringen en anekdotes. En een prima aantal biertjes.

De hoofdrolspelers

Joost Frank

Joost Frank is inmiddels 46 jaar en werkt als Businessunit Manager Trading bij Pure Energie in Enschede. Hij woont samen met Rozanne en heeft drie kinderen. Isis en Sara zijn actief bij HV Grol, zoon Lennon voetbalt momenteel in JO11-2. “Na de jeugd bij Grol heb ik mijn meeste jaren in Grol 2 gevoetbald, met af en toe een seizoen in Grol 1 en ook in Grol 3. Ik ben met al deze teams kampioen geworden. Omdat vrienden lager gingen voetballen, ben ik ook in Grol 4 gaan spelen. Uiteindelijk bleef het wel kriebelen en heb ik toch nog 2 jaar met heel veel plezier in het 2e gespeeld. Daarna heb ik nog 2 seizoenen meegespeeld met 35+ en vond ik het mooi geweest. Mijn droom was altijd profvoetballer worden, maar als je eenmaal 36 bent en ze zijn dan nog niet geweest, dan houdt het een keer op... In de tijd dat ik voetbalde, ben ik jeugdleider geweest en toen mijn zoon Lennon op voetbal ging, ben ik 3 jaar trainer van zijn team geweest. Nu kom ik met veel plezier naar zijn wedstrijden kijken op zaterdagochtend.”

Over Joost vertellen de mannen het volgende: “Joost stond vaak centraal in de verdediging, maar heeft uiteindelijk op meerdere posities gespeeld, waaronder in de spits. Dat was vooral met toernooien. Joost was tweebenig en had een goede trap. Hij was met zijn humor een aanjager in de kleedkamer en hij had op elke vraag of opmerking een gevat antwoord. Hij maakte als centrale verdediger in de competitie 8 doelpunten.”

Tom Kaak

Tom Kaak, ook 46 jaar en eigenaar van Tel Service in Winterswijk. Tom heeft het zelfs tot profvoetballer geschopt, net als zijn vader Theo. Naast s.v. Grol en De Graafschap werden ook Heracles Almelo, Darlington FC, Clydebank FC, IJsselmeervogels en DVS’33 aan zijn indrukwekkende voetbalcarrière toegevoegd. De laatste jaren speelt Tom weer bij de club waar het voor hem allemaal begon, de Grol. “Ik ben nog steeds actief bij Grol 6. Ook ben ik lid van het Voetbalbestuur, als verantwoordelijke voor de onderbouw jeugd. Daarnaast nog trainer van JO10-1 waarin mijn zoon Fedde Kaak ook speelt. Mijn dochter Nikkie heeft ook een aantal jaren gevoetbald, maar dit was toch niet haar hobby.”

De mannen spreken lovende woorden over Tom: “Tom had het meeste talent van ons allemaal. Ook bij ons stond ie in de spits. Met 30 goals in de competitie was hij tweede topscorer. Tom was onwijs fanatiek en kon slecht tegen zijn verlies. Als we een goal tegen kregen, nam Tom de aftrap, pingelde overal langs, maakte direct een goal en we stonden weer gelijk of op voorsprong. Na dit seizoen ging Tom bij De Graafschap voetballen. We hebben toen nog tegen elkaar gespeeld, 2-2 gelijk. We kunnen ons herinneren dat Tom toen ook al veel uitstraalde…“

Tom Klein Zeggelink

Tom is zelfstandig ondernemer en samen met Jaco Schutten eigenaar van Tegelzetbedrijf Schutten. Hij woont samen met Cindy en haar dochter Floor. Zelf heeft Tom vier kinderen, Sam (doodgeboren met 28 weken), Just, Lenn en Sill. Een echte voetbalfamilie! Just voetbalt in Grol 2, Lenn in JO15-2, Sill in JO9-2. Ook Cindy en Floor zijn op het voetbalveld te vinden, bij respectievelijk de Dames 30+ en MO17-1. “Zelf heb ik in zowel de jeugd als senioren alle selectieteams doorlopen. Ik heb 13 jaar in Grol 1 gespeeld en twee keer kampioen mogen worden. Momenteel speel ik mijn wedstrijden in Grol 6. Ik hoop nog een aantal jaren door te gaan!”

Over Tom herinneren de heren zich: “Als rechtshalf was Manny een vaste waarde in het team. Hij was en is nog steeds bezeten van het spelletje. Een echte mannetjesputter, kon veel lopen en heel ver ingooien. Een positieve jongen in de groep met ijzeren longen. Hij werd ook speler van het jaar en was het lievelingetje van Toon. Met zijn 10 doelpunten en rond de 60 assists was hij erg belangrijk voor ons. En, je zult het haast niet geloven, maar Manny hield destijds zijn mond nog dicht tegen zijn medespelers en de scheids…”

Pascal Ten Brincke

Pascal, ook wel Tacci of Tacconi genoemd, is inmiddels 55 jaar en woont samen met zijn vrouw Anita en zoon Lenn aan de Ruurloseweg in Groenlo. Hij werkt bij Bribus Keukens als verkoper buitendienst. “Ik heb in de jeugd altijd gekeept. Helaas moest ik wegens diverse knieblessures, ik ben tien keer geopereerd, stoppen met voetballen. Ik ben ongeveer 15 jaar jeugdleider geweest. Toon had mij gevraagd om samen met hem Grol C1 onder de hoede te nemen, dat vond ik destijds een hele eer. Ook ben ik leider geweest van Grol 2 en 3 en ben ik jarenlang actief geweest als grensrechter bij Grol 1. Momenteel draai ik mee in de parkdienst.”

Ook over Pascal is het nodige te vertellen. “Tacci was destijds 23 jaar en leider van het sterrenteam. Hij regelde de randzaken, van chauffeurs met uitwedstrijden tot de shirts. Ook stond hij in weer en wind met de vlag in de hand. Hij was een imponerende verschijning langs de lijn. Hij coachte veel en was erg fanatiek. Tacci kon ook machtig mooie verhalen vertellen, maar we kunnen ons niet herinneren dat ie ooit voor buitenspel gevlagd heeft, hij had niks te doen.”

Het seizoen

De heren zijn het er unaniem over eens dat dit het mooiste jaar uit hun voetbaljeugd is geweest. “We wonnen eigenlijk alles wat er te winnen viel. In de competitie werden we op ruime afstand kampioen. We wisten tweemaal van onze directe concurrent AZSV, met Peter Valen als trainer en oud-Graafschap keeper Jurgen Wevers in de goal, te winnen. Maar helaas werden we niet ongeslagen kampioen. Thuis tegen DVV werd met 1-2 verloren. Dat was de schuld van Toon, want hij liet Gerrit, Kevin en Tom Kaak met de B1 meedoen. Uiteindelijk werden we met 42 punten uit 22 wedstrijden (destijds was een overwinning nog goed voor twee punten, PP) en een doelsaldo van 139 voor en 20 tegen, glansrijk kampioen. Op 30 april 1992 werd in Apeldoorn de beslissende wedstrijd gespeeld. Alle ouders reden mee. Op de weg van Groenlo naar Ruurlo moesten van Toon plotseling alle auto’s aan de kant gezet worden. Toon telde voor de zekerheid de koppen even, want hij was bang dat we iemand vergeten waren. De wedstrijd verliep eigenlijk niet geheel vlekkeloos. We stonden met rust 0-1 achter en het knalde in de kleedkamer. Toon kwam met een geweldige donderspeech en er werd tactisch wat omgezet. Uiteindelijk wonnen we met 5-2 en kon de schaal mee naar Grolle.”

Ook werden er vele toernooien gewonnen. “Maar helaas wonnen we de beker niet. De eerste twee rondes werden met maar liefst met 23-0 gewonnen, tegen respectievelijk Grolse Boys en Marïenvelde, maar tegen AZSV, onze concurrent in de competitie, verloren we met 1-2. We zijn waarschijnlijk het enige team ooit dat met een doelsaldo van 47 voor en 2 tegen uitgeschakeld werd. Ook het Marveldtoernooi werd niet gewonnen, terwijl we eigenlijk een van de favorieten waren. We kwamen tot de halve finale, maar tegen Go Ahead Eagles ging het mis. Michiel ‘Pielie’ Harmsen speelde te kort terug op keeper Tjiko waarna hun spits er gretig gebruik van maakte. We herinneren Pielie er nog steeds aan. Af en toe wordt hij nog badend in het zweet wakker van dit moment...”

Pascal Ten Brinke zorgde voor de chauffeurs, maar eigenlijk was dat helemaal niet nodig. “We hadden altijd een vaste groep chauffeurs. Naast de begeleiding reden de vaders van Maarten, Tom en Tom ons eigenlijk altijd naar uitwedstrijden. Ook de vader van Gerrit Pfeifer was er vaak bij. Dat was een geweldige kerel. Een hele positieve vent, hij maakte in de kantine met iedereen een praatje en haalde geregeld koffie voor iedereen.” Er werden nog meer mooie momenten beleefd. Eigenlijk teveel om op te noemen. Maar een aantal herinneringen blijft de heren nog altijd bij.

“Toon stond bekend om zijn discipline en kon ook best streng zijn. Ook werd hij nog wel eens fysiek, op een vriendschappelijke manier uiteraard. Geregeld kwam er wel een badslipper aan te pas. Zo gingen we een keer met zijn allen zwemmen in het buitenbad in Ruurlo. Uiteraard waren we een beetje baldadig. Toon keek het van een afstandje aan en op een gegeven moment was voor hem de maat vol. Hij liep naar een kind toe en pakte hem vrij hardhandig aan. Bleek het helemaal geen speler van ons te zijn maar een wildvreemde.”

“Ook zijn we aan het eind van het seizoen met zijn allen op C-Kamp geweest, in Buurse. Toon was uiteraard kampleider. Hij liep ’s avonds en ’s nachts altijd buiten rond om te controleren of overal op de kamers de lampen wel uit waren. De lampen waren uit, maar uiteraard sliep er nog niemand. We waren nog een beetje aan het klooien en nog net wat te luidruchtig. Tot Toon de kamer in stormde en Michiel aanpakte met zijn typische, bulderende stem: ‘En nu ga je slapen Michiel Harmsen! Of wil je het hele kamp verknallen, net zoals je ons Marveldtoernooi ook al hebt verknald?!’ Prachtig!”

De overige teamleden

Wanneer we de teamfoto erbij pakken, komen de herinneringen over de diverse spelers direct naar boven. Altijd leuk om even in het verleden te duiken en te resumeren. Omdat citeren bijna niet mogelijk was, zijn de belangrijkste herinneringen samengevoegd.

Toon Hartman was de trainer van het sterrenensemble. Hij had altijd een donkere bril op. Vaak ging hij bij uitwedstrijden een dag van tevoren al de route rijden, destijds hadden we natuurlijk nog geen navigatie. Volgens mij had hij destijds geen werk, en was hij fulltime trainer van de C1. Toon was echt een karaktertrainer, discipline stond bij hem hoog in het vaandel. Zijn trainingen bestonden vooral uit conditietrainingen door middel van ‘rondjes om de heg’. Zijn vaste tekst was altijd: ‘Zolang jullie praten, zijn jullie nog niet moe!’ We waren altijd een beetje bang voor Toon, maar hij regelde alles voor ons. Helaas is hij niet meer onder ons.”

“Onze linksbuiten was Guus Gelinck, in die tijd gekscherend ‘Doreen’ genoemd. Later bleek dat zijn echte naam te zijn… Doreen was snel en had een goede voorzet. Ook zijn cornerballen waren goed, hij had wel het geluk dat er altijd wel iemand stond om de bal erin te knikken. Hij begon als rechtsbuiten, maar omdat Gerrit niks met links kon, moest Doreen verhuizen naar de andere flank. Hij was een goede tandem samen met Erik Scharff.”

Tjiko Wolberink was een echte showkeeper. Hij dook ook op ballen die makkelijk te pakken waren of ruim naast gingen. Tjiko was echt een goede lijnkeeper, maar hij had destijds weinig te doen en kreeg nauwelijks een bal op doel. We zijn Tjiko met een uitwedstrijd wel eens vergeten mee te nemen, maar omdat we toch nooit een schot op doel tegen kregen, hebben we er niets van gemerkt…”

Kevin Stöteler was onze aanvoerder en nummer 10. Hij was een echte loper. Kon goed ‘sleuren’. Ook was hij ijzersterk en was sterk met de kop. Met 21 goals in de competitie was hij één van de topscorers. Kevin was een rustige jongen met veel gevoel voor vooral droge humor. Hij was destijds geopereerd aan de knie, waardoor hij wat moeilijk ging lopen. Als hij die pech niet gehad had, was hij net als Tom Kaak naar De Graafschap gegaan. Zij waren echt onze sterspelers.”

Gerrit Pfeifer, onze rechtsbuiten. Hij was razendsnel en megagroot. Hij is nu nog net zo groot als toen hij in de C1 zat. IJzersterk goed, hij liep overal dwars doorheen. Hij was al veel verder dan ons. Zowel fysiek als met de meisjes… Door Gerrit voetbalden we vrijwel altijd op Veld 1 (nu het Hoofdveld, PP), vanwege de ruimte die hij goed kon belopen. Met 47 goals in de competitie, 27 in oefen- en bekerwedstrijden, en 26 goals op toernooien, kwam hij op een seizoen totaal van 100 goals. En zoals Gerrit zelf ook aangaf: ‘als ik die goals nu nog moet maken, kan ik op mijn 426e stoppen met voetbal’.”

Dave ‘Witt’n klein Gunnewiek, was onze vaste rechtsback. Dave was heel snel, hij kon echt alles op snelheid oplossen. Dat is nu wel anders…nu doucht hij alleen nog snel. Dave was een dienende speler en een rustige jongen. Hij dronk ook altijd thee, ‘Rooibos Dave’ werd hij ook wel genoemd. En wat we ons kunnen herinneren van Dave is dat hij altijd met de punt schoot.”

Hans Gockel was een rechtsbenige linksback. Hij was de oudste van het hele stel. Hans was oerdegelijk, deed geen gekke dingen. Een hele aardige vent, deed geen vlieg kwaad maar de tegenstander vond het maar wat irritant om hem voorbij te moeten. Leverde altijd en klaagde nooit. Hij had altijd goede zin en was een pientere knaap.”

Ton Bleumink was onze beste verdediger. Hij speelde vooral centraal en was een sobere rots in de branding. We weten nog goed dat hij zijn scheen- en kuitbeen had gebroken, maar daar is hij erg goed van terug gekomen. Ton was een rustige kerel met hele droge humor.”

Michiel Harmsen, ‘Pielie’, kwam eigenlijk net kijken. Hij was eerstejaars en speelde zijn wedstrijden vooral als linksbuiten. Hij was echt een lieverdje. En puur links. Zijn rechterbeen gebruikte hij alleen om te fietsen.”

“Voor Eric Scharff was dit één van zijn laatste seizoenen voor Grol. De linkshalf emigreerde in 1993 naar Aruba. Hij was razend snel, en kon ook veel lopen. Het was een goede voetballer en een hele lieve jongen. We weten ons nog te herinneren dat hij heel serieus was op school.”

Maarten Overkemping was net als Ton en Michiel eveneens eerstejaars. Maarten was een vrije verdediger, linksbenig. Probeerde alles voetballend op te lossen. Hij was technisch erg goed en had een goede trap. Ook Maarten ging later naar De Graafschap, daar heeft hij drie jaar een seizoenkaart gehad… en ook nog een aantal wedstrijden gespeeld.”