30-07-2025
“Met de kennis die ik nu heb, had ik het toen heel anders aangepakt, maar ik was zo gedreven”
Bron: Clubblad 2025-2
Door: Ivo Tenten
Als klein mannetje ging Max de Vries voor het eerst mee met zijn vader Max sr. naar het Grolveld, die trainer was van de F-pups. Daarna volgde een mooie bijzondere carrière als speler en later ook als trainer, die hem onder andere leidde langs Doetinchem en Winterswijk maar die toch vooral plaatsvond in Groenlo. Nu op 31 jarige leeftijd, gaat de voetbalreis verder naar Eibergen.
Toen ik op een mooie zomeravond vriendelijk werd binnengelaten bij Max thuis had ik eigenlijk wel verwacht dat de kamer voorzien zou zijn met de nodige foto’s van zijn club Feyenoord en foto’s van hemzelf als keeper en voetballer. Maar dat was niet waar mijn oog direct op viel. Levensgroot prijkt aan de muur bij Max in de woonkamer het silhouet van een sportlegende: Michael Jordan! Maar als ik vraag of hij een groot basketbal fan is, blijkt dat niet zo te zijn. Wel heeft de documentaire ‘The last dance’ over Michael Jordan grote indruk op hem gemaakt. “Ik ben getipt door een vriend om dat eens te gaan kijken”, vertelt Max, “en ik was zo onder de indruk”.
Als we daarna in de eetkamer plaatsnemen, is ie daar opnieuw aan de muur, maar nu met een spreuk die, zo zou later blijken, past bij Max als sporter en als trainer: ‘I can accept failure, but I can’t accept not trying!’ En niet alleen deze spreuk past bij Max, Michael Jordan past bij Max! De overgave, de wil om er alles uit te halen, niet alleen voor jezelf, maar ook als team; het liep als een rode draad door de sportcarrière van Michael Jordan, maar ook door de carrière van Max, zo blijkt aan het eind van een lange avond vol voetbalverhalen.
Zwakke enkels
Op jonge leeftijd was al duidelijk hoe gek Max was op voetbal. De hele dag was hij er mee bezig en op jonge leeftijd sloot hij al aan bij de F-pups. “Na de pups speelde ik in de F6 en daarna in de F3. In de F3 bleek dat ik zwakke enkels had, een familiekwaaltje. Ik ging een aantal keren door mijn enkel, en de therapeut zei dat het verstandiger voor mij was om te stoppen met voetbal”, zo begint Max zijn fascinerende verhaal over zijn leven als voetballer. Maar dat wou Max natuurlijk niet! Dus is hij vanaf dat moment ook gaan keepen en werd er elke wedstrijd 1 helft gekeept en 1 helft gevoetbald om de enkels te ontlasten. “Het jaar daarop kwam ik in de F1 en toen moest ik kiezen, keepen of voetballen. Ik wou eigenlijk liever voetballen, maar vanwege mijn enkels heb ik toen besloten om te gaan keepen.”
“Ik was toen al ontzettend gedreven, ik wou graag goed worden in keepen, en had daar veel voor over, dus ben ik naar de keepersschool in Veldhoek gegaan die toen net werd opgericht, ik hoorde daar bij de eerste lichting.” Een jaar later speelde Max in de E1 toen hij werd gescout door FC Twente en de KNVB, waarna Max 1,5 jaar lang 1 keer per week meetrainde met FC Twente. Op het allerlaatste moment koos Twente voor een jonge Duitse keeper en niet voor Max, omdat Max te lief zou zijn voor het profvoetbal. Wie Max nu een beetje kent, kan het zich nauwelijks voorstellen waarschijnlijk.
De Graafschap
“In de D-jeugd ging ik naar De Graafschap, waar ik veel hoogtepunten, maar ook dieptepunten heb meegemaakt”, vertelt Max, waarna een interessant verhaal volgt over zijn belevenissen bij De Graafschap, die uiteindelijk ook een belangrijke rol hebben gespeeld in het vormen van Max als mens, als speler en als trainer. “In mijn eerste jaar zat ik in de D2 bij De Graafschap. In mijn tweede jaar, in de D1, kwam er een nieuwe trainer die het duidelijk niet in mij zag zitten. Ik kreeg alleen maar te horen wat ik niet goed deed. Ik herinner me nog heel goed dat het een wedstrijd niet zo lekker was gegaan, en dat hij na de wedstrijd in de kleedkamer alle spelers afging en een cijfer gaf. Ik zat daar als 12-jarig spelertje en kreeg voor de hele groep een dikke onvoldoende van de trainer. Dat heeft ontzettend veel indruk op me gemaakt. Dit vergeet ik nooit meer en zou ik dan ook zelf nooit zo doen als trainer.”
Omdat De Graafschap bij de overgang van de D naar de C (O13 naar O15) terugging van twee teams naar één team, leek het erop dat Max De Graafschap alweer zou moeten verlaten maar Andries Ulderink wilde hem nog een kans geven. “Wim van Zeist werd toen mijn trainer, de beste techniektrainer die ik ken, maar keepers interesseerden hem niet zo heel veel, waardoor ik meer vrijheid kreeg en ook meer zelfvertrouwen. Ik ben echt opgebloeid onder hem, en als eerstejaars C kwam ik al regelmatig aan het keepen vanwege blessures bij de eerste keeper. In mijn tweede jaar in de C werd ik toen de eerste keeper.” Zo blijkt maar, hoe dun het lijntje is, tussen succes en geen succes als voetballer, maar ook hoe een speler kan opbloeien door eigen verantwoordelijkheid en vrijheid te krijgen, zaken die Max ook mee zou nemen in zijn trainerscarrière.
“Door blessures bij de keepers in de A1 en B1 heb ik als C-keeper zelfs mijn debuut gemaakt in de landelijke A-competitie. Ik ging mee als reservekeeper bij de A1, waar toen onder andere Luuk de Jong in speelde. We stonden ruim voor tegen Volendam, toen ruim 15 minuten voor het einde trainer Richard Roelofsen zei dat ik me moest warm maken, waarna ik dus het laatste kwartier mocht keepen, een bijzondere ervaring.”
Het succes zette zich voort want na een aantal maanden keepen in de B1 het volgende seizoen werd Max overgeheveld naar de A1 waar hij als tweede keeper fungeerde. Ook hier maakte hij iets mee wat hij nooit meer zou vergeten. In een oefenpot tegen FC Den Bosch kwamen in de rust alle reservespelers, dus ook Max, het veld in, waarna een dramatische tweede helft volgde, vertelt Max. “Na de wedstrijd vroeg de trainer aan alle invallers, 1 voor 1, met welke intentie ze de tweede helft het veld in gingen, waarna een hele reeks clichéantwoorden volgden. Toen hij bij mij kwam, toen zei ik dat ik het veld in ging met de intentie om de trainer te overtuigen dat IK de eerste keeper zou moeten worden. Daar volgden wat lacherige reacties en verontwaardigde blikken op van sommige medespelers, waarna de trainer boos werd op de rest, omdat hij dat een heel goed antwoord vond”. Niet veel later speelde De Graafschap A1 tegen Willem II, waarbij Max na de eerste helft bij een 2-0 achterstand het veld in kwam. “We verloren wel, maar ik had de nul gehouden de tweede helft, en daarna werd ik basiskeeper.” En zo was Max, als eerste jaars B-speler, eerste keeper van De Graafschap A1. Wat typerend is voor Max en waaruit blijkt hoe hij bezig was met het spel, maar ook welk zelfvertrouwen hij had, is dat Max toen meteen de spelers anders neerzette bij standaardsituaties. Toen Max aan het eind van dat seizoen ook nog schitterde tijdens het Terborg-toernooi werd hij benaderd door een spelersmakelaarskantoor en tekende hij op 16-jarige leeftijd zijn eerste (en naar wat later zou blijken laatste) contract met een spelersmakelaar voor 3 jaar.
Het ging dus voortvarend met de carrière van Max en dat leidde ertoe dat hij als tweedejaars B-speler vaste keeper werd bij de A1 en dat hij in de voorbereiding op het nieuwe seizoen als 16-jarige jongen mee mocht trainen met de selectie. “Ik weet dat nog goed”, vertelt Max. “We moesten ons melden op het stadion voor de training en ik liep trots de kleedkamer van het eerste in, waarop ze zeiden: Mooi dat je er bent, maar je mag wel ff een kleedkamertje verder bij de jongens van het tweede. Daarna werd ik voorgesteld door de hoofdtrainer, Darije Kalezic, en vervolgens vertrokken we naar trainingscomplex de Bezelhorst om daar te trainen, waar ik meetrainde met het tweede elftal.”
Maar zoals zo vaak, is haastige spoed zelden goed. Want vanaf dat moment ging het langzaam mis. “Ik was nog volop in de groei en ik trainde veel, te veel, denk ik nu. Ik rolde van de ene blessure in de andere blessure. Met de kennis die ik nu heb, had ik het toen heel anders aangepakt, maar ik was zo gedreven.” Anderhalf jaar lang heeft Max vervolgens geworsteld met verschillende blessures en volgde teleurstelling op teleurstelling. “Ik ging elke dag naar Doetinchem om te werken aan mijn herstel, en mijn teamgenoten speelden wedstrijden. Ik kon alleen maar toekijken, dat was heel frustrerend. Voetbal was alles voor me. Ook op school ging het toen minder, ik zakte voor mijn examen in 6 VWO. Alles ging toen minder in die periode, dat was een zware tijd. Toen besloot ik dan ook dat ik ermee wou stoppen bij De Graafschap, maar ik ben uiteindelijk overgehaald om het toch nog 1 jaar te proberen bij de A1, waar toen vervolgens mijn oude trainer van de D1, die het toen niet in mij zag zitten, de trainer werd van de A1 en ook de keeper die hij destijds voorrang gaf boven mij, kwam naar de A1. In het begin heb ik nog gekeept, maar later werd ik gepasseerd. Bij het tussengesprek in de winterstop voelde het niet goed. De keeperstrainer gaf mij de voorkeur, maar de hoofdtrainer niet. Na het tussengesprek heb ik toen in de winterstop besloten per direct te stoppen bij De Graafschap.”
Terug naar Grol
En dus kwam Max als 18-jarige jongen terug naar Grol. Waarschijnlijk de enige speler ooit bij Grol die onder contract stond bij een zaakwaarnemer, hoewel hij daarvan, naar eigen zeggen, weinig meer vernam sinds zijn vertrek bij De Graafschap. Teruggekomen bij Grol in de winterstop werd er een roulatieschema opgesteld tussen Max en de keepers van Grol 2, Grol 3 en de A1, zodat Max bij toerbeurt bij de verschillende teams kon keepen, en eenieder eens in de vier weken als wissel meeging met Grol 1. Bij aanvang van het nieuwe seizoen, toen Dennis Dibbets stopte met keepen, werd Max vervolgens keeper van Grol 1. “Ik was vrij mondig en ontzettend gedreven en ik had overal een mening over”, vertelt Max. “Jos Heutinck werd trainer van Grol en ik zei aan het begin van het seizoen tegen hem: ‘Wij gaan dit jaar promoveren naar de eerste klasse!’”. En zo geschiedde. “In de beslissingswedstrijd maakte ik een geweldige cruciale redding en heb ik in de rust het woord genomen in de kleedkamer,” iets wat de bravoure van Max aantoont. “Uiteindelijk hebben we SDOUC uitgeschakeld, tegen de verwachting in. Ik werd speler van het jaar dat eerste jaar bij Grol, dus het was echt een super eerste seizoen. Als ik zou moeten kiezen, dan is dat jaar, met deze wedstrijd, de promotie en de uitverkiezing tot speler van het jaar voor mij mijn hoogtepunt bij Grol.”
Grol speelde twee jaar in de eerste klasse. In die periode kreeg Max last van een vervelende schouderblessure. “Ik ben waarschijnlijk KO gegaan bij een duel in de lucht, waardoor ik me tijdens de val niet op heb kunnen vangen. Ik had pijn aan mijn schouder en kon me niets herinneren van het voorval. In het ziekenhuis was er vooral aandacht voor mijn hoofd en niet voor mijn schouder, en daarna heb ik zelf mijn schouder wellicht ook wat verwaarloosd.” Want ondanks de last aan zijn schouder is Max doorgegaan met keepen.
De derby der derby’s
En toen was daar in november 2014 de derby der derby’s, de wedstrijd tegen Longa in Lichtenvoorde. Max had er alles aan gedaan om fit te worden, om uit tegen Longa weer te kunnen keepen. En als Max iets in zijn hoofd haalt, dan gebeurt het ook. Dus stond hij onder de lat voor 4.000 toeschouwers in Lichtenvoorde. Voorafgaande aan de wedstrijd, kwam een pupil in een oranje shirt richting Max om op doel te schieten. Het is tekenend voor het fanatisme van Max, dat hij de kleine jongen van het scoren afhield. Er kon die dag niet gescoord worden in zijn goal door iemand met een oranje shirt. “Dat voorval heeft me daarna nog wel even achtervolgd. Iedereen had het erover, het werd breed uitgemeten in de kranten. Uiteindelijk hebben mijn vrienden en ik daar met de carnavalsoptocht met een knipoog op terug gekeken. We waren allemaal als voetballers verkleed, en mensen uit het publiek mochten scoren bij mij. We hebben toen met die actie nog geld ingezameld voor Kika.”
Na dat seizoen, waarin Grol weer degradeerde naar de tweede klasse, degradeerde Grol ook nog naar de derde klasse, waarna Max de overstap maakte naar FC Winterswijk. “Ik was altijd erg aanwezig en heb mijn stempel gedrukt een aantal jaren bij Grol, maar het was goed om naar FC Winterswijk te gaan voor mij. Mijn fanatisme en mentaliteit botste wel eens. Ik wou er even uit bij Grol, om later met een frisse blik weer terug te komen.” Bij FC Winterswijk bleef Max last houden van zijn schouder. Latere onderzoeken wezen uit dat er veel schade in zijn schouder was aangericht. Opereren zou kunnen, maar zou geen garantie zijn voor herstel. Daarnaast adviseerden de artsen Max sowieso te stoppen met keepen, en dus besloot Max om te stoppen met keepen. Mentaal was dit best een zwaar moment, kijkt Max hierop terug. “Professioneel keeper worden zou nooit meer lukken, maar nu mocht ik helemaal niet meer keepen, dat was zwaar. Maar ik was zo gek op voetbal, dus toen ben ik gaan voetballen, en ook daar wilde ik het beste uithalen.” En Max zou Max niet zijn, als hij er niet alles aan zou doen, om ook als voetballer het uiterste eruit te halen. “Ik ben toen terug gegaan naar Grol waar ik begonnen ben in Grol 2. Ik heb er echt alles aan gedaan om zo goed en zo fit mogelijk te worden. Na een aantal jaren heen en weer tussen Grol 1 en Grol 2 kwam ik uiteindelijk vast bij Grol 1”, waarbij de promotie naar de eerste klasse een paar jaar geleden toch ook een mooie herinnering is voor Max.
Trainer Max
Uit het voetballeven van Max viel het al af te leiden. Max is een geboren trainer. Al vroeg had hij zijn eigen ideeën over het spel. “Ik denk heel veel na over voetbal, ‘waarom-vragen’ stellen. Dit had ik al bij De Graafschap, en dat heb ik nog steeds. Waarom doen spelers en trainers wat ze doen? Ook nu als speler denk ik regelmatig als een trainer, wat zou ik doen als ik trainer was? Ik ben continue bezig met mezelf ontwikkelen, en dat is denk ik uiteindelijk wat een trainer ook in zich moet hebben.”
“In mijn trainerschap vis ik ook veel uit de dingen die ik zelf al heb meegemaakt. Ik heb uiteindelijk meer geleerd als speler dan op de cursus. Zo ben ik zowel keeper als veldspeler geweest op verschillende posities. Ik ben onomstreden geweest, maar zeker als speler was ik dat lang niet altijd. Van heel belangrijk zijn, tot niet belangrijk zijn. Omgaan met teleurstellingen, het hebben van blessures en de weg van herstel, allemaal ervaringen die ik als speler heb meegemaakt die me geholpen hebben om te leren hoe ik daar als trainer mee om moet gaan.”
Op zijn 18e is Max samen met zijn vriend Mart Willemsen begonnen als assistent bij de JO15-1. Na een jaar hebben Max en Mart samen de eindverantwoordelijkheid voor de JO15-1 overgenomen. “Ik heb 7 jaar de JO15-1 gedaan en heel veel gewonnen met alle teams. Volgens velen had ik alleen maar gouden lichtingen onder mij”, lacht Max. Na de JO15- 1 heeft Max ook nog de JO17-1 en de JO19-1 getraind, en we kunnen gerust stellen, dat Max ook met die teams uiterst succesvol is geweest. Bij zijn allerlaatste wedstrijd als trainer bij de JO19-1 afgelopen seizoen heeft Max, met behulp van alle ouders, een filmpje gemaakt met allemaal foto’s van toen de spelers nog jong waren. “Voorafgaand aan de wedstrijd liet ik dit zien aan de jongens en vroeg aan ze: wat is de reden waarom jullie op voetbal zijn gegaan? Om lekker achter de bal aan te rennen, om plezier te hebben, om te genieten. Laat me dat plezier vandaag nog 1 keer zien, ga plezier maken.” Het was een emotioneel moment, vertelt Max, en, met een grote lach, “het hielp niets! Wat een dramatische wedstrijd!”.
“Ook voor mij geldt, net als voor die jongens, hier bij Grol is mijn voetbalplezier begonnen. Mijn hele familie speelde hier, ik speelde hier, ik heb hier zoveel meegemaakt, zoveel mooie herinneringen. Grol is mijn clubje en blijft altijd in mijn hart.” Op de vraag hoe Max herinnerd wil worden als trainer geeft hij aan dat hij vooral hoopt dat alle spelers veel plezier hebben gehad en veel hebben geleerd onder zijn leiding. “Bij het eindfeest kwam een jongen naar me toe, die ook nog bij De Graafschap heeft gespeeld, om me te bedanken. Hij zat best regelmatig op de bank, maar ondanks dat vond hij me de beste trainer die hij ooit gehad had, omdat ik altijd open en eerlijk tegen hem was, maar ook omdat hij net zoveel aandacht kreeg als de andere spelers, dat compliment heeft me echt geraakt.”
Nu, na de laatste 7 jaar als speler van Grol 1 en na 12 jaar trainer te zijn geweest bij Grol, waar hij en passant ook nog jarenlang met veel plezier en succes de voetbalschool OPA en de voetbaldagen verzorgde, maakt hij een nieuwe stap in zijn carrière. Weg uit de comfortzone. Nieuwe dingen doen, een nieuwe uitdaging, zichzelf verder ontwikkelen.
FC Eibergen
Bij FC Eibergen gaat Max de JO15-1 trainen. Een verrassende move wellicht na de trainerscarrière die Max tot nu toe heeft gemaakt? Max vindt zelf van niet. “Ik haal ontzettend veel voldoening uit het trainen van de jeugd. De leeftijdscategorie JO15 vind ik een hele mooie categorie. Er gebeurt veel met de spelers op die leeftijd. De eerstejaars zijn vaak ontzettend gemotiveerd, en bij de tweedejaars worden langzaam andere zaken steeds belangrijker, vrienden, meiden, enzovoort. Maar de jongens zijn nog wel kneedbaar. Voetbal is namelijk nog wel steeds een heel belangrijk onderdeel van het leven van deze jongens. Als je deze fase niet goed begeleidt, dan raak je ze kwijt, en dat is de mooie uitdaging van deze leeftijdscategorie. Daarnaast vind ik de afstand tot mezelf nog te klein als ik bij de senioren trainer word. Ik wil zelf ook nog fanatiek voetballen”. Bij FC Eibergen gaat Max naast het trainen van de JO15-1 ook zijn steentje bijdragen aan de verdere ontwikkeling op voetbaltechnisch gebied van de vereniging als geheel.
Na lang wikken en wegen heeft Max uiteindelijk besloten ook te gaan voetballen bij FC Eibergen. Hij gaat daarmee keihard in tegen het advies van zijn moeder. ‘Ga toch lekker bij je vrienden in het vierde spelen’ zo luidde haar advies. Maar Max besloot anders. “Het was geen gemakkelijke beslissing. Maar ik ben nog zo fanatiek. Ik denk dat voetballen in Grol 4 voor mij nog net iets te vroeg komt. Tegelijkertijd merk ik ook dat ik ouder word. Ik kan bij Grol 1 mee op basis van mijn inzet en mentaliteit, maar ik moet daarvoor wel altijd alles geven, iedere training en iedere wedstrijd. Ik merk nu, dat dat fysiek steeds moeilijker is om op te brengen. Bij FC Eibergen in de vierde klasse kan ik, denk ik, nog van meerwaarde zijn, en daarbij sluiten de trainingen van de JO15-1 en het eerste elftal in Eibergen goed op elkaar aan.”
Middernacht kwam met rasse schreden dichterbij, dus tijd voor de allerlaatste vraag. Zien we je weer terug bij Grol? “Als het gevoel goed is zou dat kunnen, maar dat weet ik echt nog niet. Ik zie het wel. Ik wil wel alle mensen bij Grol bedanken voor heel veel mooie en leerzame momenten. De kansen die ik heb gekregen, daar heb je ook een beetje hulp bij nodig, dat heb ik ontzettend gewaardeerd.”