Clublied s.v. Grolse Boys

OP HET GROENE GRAS BEN IK IN MIJN SAS,
GAAT MIJN VOETBALSCHOEN HET BRUINE MONSTER STRELEN.
OP HET GROENE VELD VOEL IK MIJ EEN HELD,
ALS ONS ELFTAL WEER EEN WEDSTRIJD DAAR GAAT SPELEN.
AL IS ONS KLUBJE MISSCHIEN OOK WAT KLEIN,
TOCH ZING IK OPGEWEKT STEEDS DIT REFREIN:

ROOD EN WIT, ROOD EN WIT,
ZIJN DE KLEUREN VAN DE KLUB WAARVOOR WIJ STRIJDEN.
ROOD EN WIT, ROOD EN WIT,
NIET ALLEEN IN LICHT
MAAR OOK IN DONK’RE TIJDEN.
GAAN WIJ TEZAMEN HAND IN HAND VERBONDEN DOOR DE VRIENDSCHAPSBAND.
ROOD EN WIT, ROOD EN WIT,
‘T IS GROLSE BOYS HOI-HOI WAAR PIT IN ZIT.

ALS DE SCHEIDSRECHTER DAN FLUIT, IS HET DOELTRAPPEN DAN UIT. EN DE ECHTE WEDSTRIJD GAAT DAN WEER BEGINNEN,
DAN IS ÉÉN DING HEEL VOORNAAM ALLE ELF SPELEN SAAM,
EN DAN ZULLEN WIJ DIE STRIJD WEL WEER GAAN WINNEN.
EN MOCHT DAT DAN EEN KEERTJE NIET ZO ZIJN,
NA AFLOOP ZINGEN WIJ TEZAMEN HET REFREIN.

EN GAAT ONZE MIDVOOR ER DAN MET DE BAL VANDOOR, EN LUKT HET HEM DAN NIET EEN GOAL TE MAKEN. DAN KOMT DE LANGE SPIL EN GEEFT DAT DING EEN PIL, TEGEN DE PAAL, DAT HET HELE DOEL BEGINT TE KRAKEN, DAN HOOR JE LANGS DE LIJN,
JONGENS, JONGENS, ‘T HAD EEN GOALTJE KUNNEN ZIJN.

TOEN WIJ WERDEN KAMPIOEN, GAF IK DIE NAAST MIJ STOND EEN ZOEN, DIE LIEVE MEVROUW WAS EFFE KOMEN KIJKEN.
MAAR HAAR BUURMAN DIE DIT ZAG, RAAKTE TOEN TATAAL VAN SLAG.
SPRAK: “DIT IS MIJN VROUW, DAAR MAG JIJ ALLEEN NAAR KIJKEN.”
JONGENS, JONGENS EN WAT HADDEN WE TOEN EEN GEIN,
DE HELE SCHARE ZONG TOEN SAMEN HET REFREIN.